Verhelpen van storingen
Checklist voor de klant
7
Verhelpen van storingen
Alle apparatuur wordt onderworpen aan een strenge productie- en eindcontrole. Mocht er desondanks
toch een keer iets niet werken, controleer het apparaat dan aan de hand van de volgende lijst. Als geen
van de aangegeven mogelijkheden om de storing te verhelpen werkt, waarschuw dan de officiële dealer.
7.1
Checklist voor de klant
Fout
Geen draadtoevoer
Opbouw van draad-
schuurstof
Onregelmatige
draadaanvoer
Lasnaad poreus
Apparaat schakelt niet
in
Sterke spetters
Lasstroom ontbreekt
Draadtoevoer of gasklep
defect
Onstabiele vlamboog,
sterk "flakkeren".
80
Mogelijke oorzaak
Spetters verstoppen de
contactsproeiers
Toevoerrol glijdt door
Toevoermotor draait niet
Draad gebogen
Draadspoelrem te sterk
Toorts defect
Kern of kop verstopt
Slangpakket te erg verbogen
Draadtoevoerspiraal verstopt of
beschadigd
Draadspoelrem te sterk
Contactkop te klein
Verkeerde instelling van inert
gas
Gasfles leeg
Elektrode steekt te ver naar
voren
Luchtdoorstroomwerking
Slechte draadkwaliteit
Sterk vervuild werkstuk
Plaatselijke oververhitting van
het werkstuk
Gasleiding trekt lucht
Stroomspanning ontbreekt
Stroombron defect
Blaaswerking
Geen gas
Werkstukleiding heeft geen of
maakt slecht contact
Oververhitting stroombron
Elektrische storing
Storing van de
lasstroomleidingen
Verhelpen
Sproeiers reinigen, oplosmiddel inspuiten
Aandrukrol controleren. Slijtage controleren,
eventueel vervangen
Zekeringsautomaat van de toevoermotor
controleren
Contactkop losmaken, draad achter
gebogen plek afsnijden
Spoelrem correct instellen
Vervangen
Reinigen, eventueel vervangen
Slangpakket uitrekken
Reinigen, eventueel vervangen
Spoelrem correct instellen
Controleren, eventueel vervangen
Corrigeren: Vuistregel "draaddiameter *10 =
doorstroom in l/min"
Vervangen
Toorts dichter bij de lasnaad brengen
Lasplek afschermen
Hoogwaardig draad gebruiken, droog en
schoon opslaan.
Werkstuk eerst reinigen
Regelmatige laspauzes houden om het
werkstuk af te koelen
Isolatie van leidingen controleren, eventueel
dichten / vervangen.
Stroomspanning controleren, eventueel
vervangen
Service inroepen
Werkstukleiding beter aansluiten
Gashoeveelheid toepassingsconform
instellen
Aansluiting controleren
Laat het apparaat afkoelen
Verbinding van leidingen controleren,
eventueel elektronica vervangen. Service
inroepen
Lasstroomleidingen, lastoortsleidingen en
leidingen van eventueel tussenslangpakket
volledig afrollen. Lussen vermijden!
099-005033-EW505
15.01.2010