AWHP-2 MIT-IN-2 iSystem
30
d
9
27
17
4.10 Vullen van de verwarmingsinstallatie
16/06/2015 - 7616349-001-06
n Inlaat combinatie
9
28
29
9
28
29
2 cm
30
(54)
54
L000370-B
a
b
c
d
e
4.10.1.
In veel gevallen kunnen de warmtepomp en de centrale
verwarmingsinstallatie gevuld worden met normaal kraanwater en
hoeft het water niet behandeld te worden.
Het water in de installatie moet voldoen aan de volgende kenmerken:
Zuurtegraad (pH)
Geleidingsvermogen bij 25°C
Chloriden
(1) Voor de installaties met constante verwarming met een totaal
installatievermogen van max. 200 kW is de juiste totale hardheid 8,4°dH (1,5 mmol/
l, 15°f).Voor installaties van meer dan 200 kW is de juiste maximale hardheid 2,8°dH
(0,5 mmol/l, 5°f).
Afsluiter
Ingang sanitair koud water
Drukverminderaar
Inlaat combinatie
Einde van de ontlastleiding 2 tot 4 cm vrij en zichtbaar
boven de afvoertrechter
Aanvoer koud water met ingebouwde terugslagklep
Aansluiting op de ingang sanitair koud water van de boiler
Stopkraan
Veiligheidsklep 0.7 MPa (7 bar)
Aftapopening
Behandeling van het water in de
verwarmingskring
WAARSCHUWING
Voeg geen chemische middelen toe aan het centrale
4
verwarmingswater zonder een vakman op het gebied
van waterbehandeling geraadpleegd te hebben.
Bijvoorbeeld: antivries, waterontharders, pH-
verhogende of verlagende middelen, chemische
toevoegmiddelen en/ of inhibitoren. De chemische
producten kunnen storingen aan de warmtepomp
veroorzaken en de warmtewisselaar beschadigen.
Spoel de CV-installatie door met minimaal 3 x de
4
systeeminhoud van de CV-installatie.
De sanitairleidingen doorspoelen met minimaal 20
4
keer de inhoud van de leidingen.
µS/cm
mg/l
4. Installatie
Vermogen ≤ 70 kW
7 - 9
≤ 800
≤ 50
49