Katherm QK nano
Montage-, installatie- en gebruikershandleiding
11.2 Storingen KaControl
Code
A11
A12
A13
A14
A15
A16
A17
A18
A19
Tab. 10: Alarmmeldingen KaControl-apparaat
Code
tAL1
tAL3
tAL4
Cn
Tab. 11: Alarmmeldingen KaController
11.3 Inbedrijfstelling na verhelpen storing
Nadat de storing is verholpen, moeten de volgende stappen voor de inbedrijfstelling worden uitgevoerd:
1. Zorg dat alle onderhoudsdeksels en -kleppen afgesloten zijn.
2. Schakel het apparaat in.
3. Bevestig evt. de storing op de besturing.
42
Alarmmeldingen
Temperatuursensor in KaController defect.
Real-time-klok in KaController defect.
EEPROM in KaController defect.
Communicatiestoring met de externe besturing.
AANWIJZING!
Opmerking!
Nadere informatie over regelinstellingen vindt u in de gebruikershandleiding van de KaControl SmartBoard.
Alarmmeldingen
Regelsensor defect.
Motorstoring.
Ruimtevorstbeveiliging.
Condensaatalarm.
Algemeen alarm.
Sensor AI1, AI2 of AI3 defect.
Apparaatvorstbeveiliging.
EEPROM-fout.
Slave offline in het CAN-busnetwerk.
Prioriteit
1
2
3
4
5
6
7
8
9