Gebruik van lade 1 aanpassen
„U kunt de instellingen voor lade 1 aanpassen, om aan uw eigen
specifieke afdrukbehoeften te kunnen voldoen."
De printer kan worden ingesteld om af te drukken vanuit Lade 1
zolang hier papier in zit of om alleen af te drukken vanuit Lade 1 als
specifiek gevraagd wordt om het geplaatste soort papier. Kies de
instellingen MODUS LADE 1=EERSTE of MODUS LADE 1=PAPIERLADE
vanuit het Papierverwerkingsmenu op het bedieningspaneel van de
printer. (Er kan iets trager worden afgedrukt als papier wordt
ingevoerd vanuit Lade 1 en MODUS LADE 1=EERSTE.)
Lade 1 modus=eerste
Als er niet altijd papier in Lade 1 zit of als u Lade 1 uitsluitend
gebruikt voor handinvoer van papier moet u de standaardinstelling,
MODUS LADE 1=EERSTE in het Papierverwerkingsmenu zo laten.
•
MODUS LADE 1=EERSTE betekent dat de printer meestal eerst papier
haalt uit Lade 1 tenzij deze leeg of gesloten is.
•
U kunt ook papier uit een andere lade kiezen door in de
printerdriver specifiek te kiezen voor de andere lade.
Lade 1 modus=Papierlade
MODUS LADE 1=PAPIERLADE betekent dat de printer Lade 1 behandelt
zoals de andere laden. In plaats van eerst te zoeken naar papier in
Lade 1 begint de printer bij de onderste lade en gaat dan omhoog
(vanaf de lade met de hoogste capaciteit tot de lade met de laagste
capaciteit), of bij de lade met papier dat overeenkomt met de
instellingen voor type of formaat die zijn gekozen via het
toepassingsprogramma.
•
Als MODUS LADE 1=PAPIERLADE is ingesteld, verschijnt er een optie
voor het configureren van de instellingen voor formaat en type
voor Lade 1 in het Papierverwerkingsmenu.
•
Via de printerdriver kunt u papier selecteren vanuit elke lade
(waaronder Lade 1) per type, formaat of bron. Zie pagina 57 voor
afdrukken per type en formaat papier.
NLWW
Hoofdstuk 2: Afdruktaken 55