1
NLWW
1
1
1
Stappen voor het oplossen
(Volg de stappen in de
aangegeven volgorde.)
1. Druk nog enkele pagina's af om te
zien of het probleem zich vanzelf
oplost.
2. Maak de binnenkant van de printer
schoon (pagina 72) of gebruik het
reinigingsblad van de printer
(pagina 74).
3. Controleer of EconoMode is
uitgeschakeld in de software en in
het bedieningspaneel
(pagina B-8).
4. Draai de papierstapel in de
papierinvoerbak om. Probeer ook
het papier 180° om te draaien.
5. Controleer het type en de kwaliteit
van het papier (of ander
afdrukmateriaal) (pagina's A-2 tot
en met A-14).
6. Controleer de omgeving rondom
de printer (pagina A-18).
7. Controleer of het papier correct is
geplaatst en of de geleiders juist
tegen de papierstapel aan liggen.
(Zie de gedeelten over het
plaatsen van papier, die beginnen
op pagina 28.)
8. Druk af naar een andere
uitvoerbak (pagina 24).
9. Stel de tonerdichtheid bij
(pagina B-8).
10. Zet de instelling van de
fusermodus op Hoog (pagina B-6)
of kies ruw papier als papiertype
via de printerdriver (pagina 57).
11. Wijzig de instelling voor de
fusermodus in Laag (pagina B-6).
12. Verspreid de toner in de
tonercassette (pagina 71).
13. Installeer een nieuwe
HP-tonercassette (zie daarvoor de
instructies bij de tonercassette).
14. Stel in het Configuratiemenu de
afdruksnelheid in op
PAPIER SNELH=LAAG
en om papier van klein en normaal
formaat wilt gebruiken.
Hoofdstuk 4: Problemen oplossen 95
van problemen
KLEIN
als u om