I/O-bufferinstellingen
Om de computer door te laten werken zonder dat deze hoeft te
wachten tot een afdruktaak is beëindigd, gebruikt de printer een
gedeelte van zijn geheugen (een I/U-buffer) om taken in uitvoering
in te bewaren (als de I/U-buffer uit staat, is er geen geheugen voor
deze functie gereserveerd).
In de meeste gevallen is het beter om de printer automatisch
geheugen voor de I/U-buffer te laten reserveren (voor elke MB
geheugen die aan de printer wordt toegevoegd, wordt 100 kB
gereserveerd).
U kunt de hoeveelheid geheugen die voor de I/U-buffer is
gereserveerd vergroten om het afdrukken op een netwerk te
versnellen.
Ga als volgt te werk om de I/O-bufferinstellingen te wijzigen:
1 Stel via het I/U-menu I/U-BUFFER=AAN in (pagina B-18).
2 Stel, eveneens via het I/U-menu, de gewenste waarde in voor
I/U-GROOTTE.
Wanneer u de instelling van de I/U-buffer verandert, moet u alle
Opmerking
gedownloade bronnen (zoals lettertypen en macro's) opnieuw
downloaden, tenzij u die op een optionele harde schijf of
flash-DIMM had opgeslagen.
NLWW
Printergeheugen en uitbreiding C-7