Als instellingen niet in de software verkrijgbaar zijn, stel het speciale
papierformaat dan op het bedieningspaneel in:
1 Kies vanuit het Afdrukmenu de volgende instelling: SPECIAAL
PAPIER CONF.=JA.
2 Kies vanuit het Afdrukmenu inches of millimeters als
maateenheid.
3 Stel vanuit het Afdrukmenu de X-dimensie in (de bovenkant van
het papier) zoals te zien is in Afbeelding 17. De X-dimensie kan
76 tot 312 mm zijn voor Lade 1 of 148 tot 297 mm voor de lade
voor 500 vel (optioneel). Stel de Y-dimensie (de zijkant van het
papier) in zoals te zien is in Afbeelding 17. De Y-dimensie kan
127 tot 470 mm zijn voor Lade 1 of 210 tot 432 mm voor de lade
voor 500 vel (optioneel).
4 Als u speciaal papier hebt geladen in Lade 1 en MODUS LADE
1=PAPIERLADE, kiest u de instelling LADE 1 FORMAAT=SPCIAL in het
Papierverwerkingsmenu op het bedieningspaneel van de printer.
Zie „Gebruik van lade 1 aanpassen" op pagina 55.
Als er speciaal papier geladen is in de optionele lade voor 500 vel,
moet u ervoor zorgen dat de papierformaatinstelknop is ingesteld
op Speciaal.
5 Selecteer in uw toepassingsprogramma Speciaal als
papierformaat.
Als bijvoorbeeld het speciale papier 203 x 254 mm is, stelt u X in
op X=203 mm en Y op Y=254 mm.
NLWW
Hoofdstuk 2: Afdruktaken 51