SMA Solar Technology AG
3. Reinig het product indien de binnenruimte verontreinigd is.
4. Droog het product indien de binnenruimte vochtig is of er water is binnengedrongen.
5. Controleer of het product vrij is van corrosieschade.
6. Indien het product corrosieschade vertoont, schuurt u het oppervlak op die plek af, reinigt u het met ontvetter en
brengt u lak aan.
7. Controleer of aan de kastdeur alle afdichtingen onbeschadigd zijn.
8. Neem contact op met de technische service als een afdichting beschadigd is.
9. Breng op de afdichtingen regelmatig talkpoeder, vaseline of was aan. Hiermee voorkomt u schade door
vastvriezen.
8.2
Omschakeling tussen de twee installatieregelaars controleren
De omschakeling tussen de actieve en de redundante installatieregelaar moet om de 12 maanden worden
gecontroleerd. Daarvoor moet deze omschakeling via de geïntegreerde gebruikersinterface handmatig worden
geactiveerd.
Omschakelen van relais aan de Redundancy Connector
Tijdens de omschakeling tussen de actieve en de redundante installatieregelaar moet aan de Redundancy
Connector het omschakelen van de relais voor de digitale uitgangen worden bewaakt (zie bedieningshandleiding
van de Redundancy Connector).
Werkwijze:
1. Meld u op de gebruikersinterface van een PLC aan als installateur (zie gebruiksaanwijzing van de Hybrid
Controller).
☑ De startpagina van de gebruikersinterface verschijnt.
☑ Op de startpagina ziet u de melding of u op de actieve of de redundante installatieregelaar bent
aangemeld.
2. Als u op de redundante installatieregelaar bent aangemeld, wisselt u naar de startpagina van de actieve PLC.
Selecteer daarvoor onder Do you want to switch to the active Hybrid Controller? de knop [Yes].
3. Activeer de handmatige omschakeling. Selecteer daarvoor het pad Home > Operations > Redundancy.
Selecteer dan in het bereik Redundancy configuration de knop [Switch role].
4. Bekijk in het bereik Current redundancy values de waarde Role in Redundancy system.
☑ Als de waarde Role in Redundancy system in de kolom This Hybrid Controller in REDUNDANT en in
de kolom Partner Hybrid Controller in ACTIVE is veranderd, is de omschakeling correct afgesloten.
5. Als de omschakeling correct is afgesloten, moet u zich op de gebruikersinterface van de nu actieve PLC
aanmelden als installateur (zie gebruiksaanwijzing van de Hybrid Controller).
6. Activeer opnieuw de handmatige omschakeling.
7. Bekijk in het bereik Current redundancy values de waarde Role in Redundancy system.
☑ Als de waarde Role in Redundancy system in de kolom This Hybrid Controller in REDUNDANT en in
de kolom Partner Hybrid Controller in ACTIVE is veranderd, is de omschakeling opnieuw afgesloten.
8. Als de handmatige omschakeling niet correct kon worden uitgevoerd, bekijkt u via de geïntegreerde
gebruikersinterface de foutmeldingen (zie gebruiksaanwijzing van de Hybrid Controller):
9. Controleer bij een foutmelding of beide installatieregelaars in bedrijf zijn en met elkaar communiceren.
10. Controleer bij een foutmelding of beide installatieregelaars correct zijn aangesloten. Let daarbij met name op de
correcte positie van de stekkers.
Installatiehandleiding
8 Onderhoud
PPM-10-IA-nl-18
61