SMA Solar Technology AG
Voorwaarden:
☐ Als de optie Hybrid Controller M / Hybrid Controller L / Hybrid Controller XL 1xGMP 1A / Hybrid Controller XL
2xGMP 1A / Hybrid Controller XL Sync 1A wordt gebruikt, moeten de gebruikte stroomtransformators een
secundaire opgegeven stroom van 1 A hebben.
☐ Als de optie Hybrid Controller XL 1xGMP 5A / Power Analyzer 1xGMP 5A / Hybrid Controller XL 2xGMP 5A /
Hybrid Controller XL Sync 5A wordt gebruikt, moeten de gebruikte stroomtransformators een secundaire
opgegeven stroom van 5 A hebben.
☐ Het nettype van het aangesloten lokale stroomnet moet een 4-draads stroomnet of een 3-draads stroomnet zijn.
Bij gebruik van een ander nettype moet met SMA Solar Technology AG worden overlegd over de aansluiting van
de stroomtransformator.
☐ Per meetmodule moet precies 1 nettype worden aangesloten.
☐ De kabels moeten conform de plaatselijk geldende normen en richtlijnen zijn beveiligd.
☐ De gebruikte stroomtransformatoren moeten minimaal nauwkeurigheidsklasse 1 hebben.
☐ De uitgangen van de stroomtransformatoren zijn al n het product geaard. Daarom mogen de uitgangen van de
stroomtransformatoren in geen geval buiten het product geaard zijn.
☐ De uitgangen van de stroomtransformatoren moeten door een externe kortsluitingsvoorziening buiten het product
kunnen worden kortgesloten.
☐ Sommatiestroomtransformatoren moeten identieke transformatorverhoudingen hebben en van hetzelfde type zijn.
☐ Bij gebruik van sommatiestroomtransformatoren moet het volledige stroomtransformatorsysteem de resulterende
nauwkeurigheidsklasse 1 of lager hebben.
☐ Aan de vereisten voor de meetingangen van het product moet zijn voldaan (zie hoofdstuk 10, pagina 65).
Kabelvereisten:
☐ Geleidingstype: koperdraad
☐ Maximale afstand tussen product en meetpunt: 30 m
☐ Aderdoorsnede met adereindhuls: 1,5 mm² tot 2,5 mm²
☐ Aderdoorsnede zonder adereindhuls: 1,5 mm² tot 4 mm²
De gebruikte aderdoorsnede moet afhankelijk van de kabellengte en het uitgangsvermogen van de
stroomtransformator worden bepaald. Daarbij moet het uitgangsvermogen van de stroomtransformator groter zijn dan
de som van het verliesvermogen van meetvermogen en belastingsweerstand.
Werkwijze:
1. Voer de kabel in het product in (zie hoofdstuk 6.10.1, pagina 56).
2. De aders overeenkomstig de klantspecifieke systeemschakeling aansluiten (zie hoofdstuk 6.10.2, pagina 58).
3. De jumpers op de geschakelde aansluitklemmen met een passende tang verwijderen. De zwarte jumpers zijn af
fabriek aangesloten.
4. Controleren of de aders correct zijn aangesloten en stevig vastzitten.
5. Controleren of op de niet geschakelde aansluitklemmen de zwarte jumpers zijn aangesloten.
Installatiehandleiding
6 Elektrische aansluiting
PPM-10-IA-nl-18
43