INSTALLATIE
SCHEMA VAN MOGELIJKE VERBINDINGEN
Opgelet! Bij iedere verbinding moet de aardleiding worden aangesloten op
klem
.
1 1-fasige aansluiting voor netspan-
ning 220-240 50/60 Hz. Verbind L2
met een brug met klem L1. Draai
de fasedraad vast op klem L1. Nul-
leiding op N. Draai de aardleiding
vast op klem
2* 2-fasige aansluiting voor netspan-
ning 220-240/380-415 50/60 Hz.
Draai de fasedraden vast op de
klemmen L1 en L2. Nulleiding op
N. Draai de aardleiding vast op
klem
.
* De N-N-klemmen zijn intern met elkaar verbonden. Het is niet nodig om ze te overbruggen
L1=R, L2=S, L3=T; N= klem van de nulleiding,
De productverpakking bevat een set elementen die nodig zijn voor de juiste aansluiting van het
product op de elektrische installatie. Het gebruik van de meegeleverde onderdelen is noodza-
kelijk voor goede werking van het product. De set bevat: Trekontlasting, Brug, 2 schroeven en
beschermkap.
Correcte montage van de trekontlasting moet
worden uitgevoerd met behulp van de meegele-
verde schroeven.
Gebruik een schroevendraaier om de
bevestigingen los te wrikken totdat de
beschermkap loskomt.
Opgelet! Gevaarlijke spanning
1N~
.
2N~
L3
L2
L1
N N
L
N
L3
L2
L1
N N
L2
L1
N
= klem van de aardleiding
De beschermkap moet u vastdrukken tot u een
klik hoort van het bevestigingselement.
104
Type /
door-
Beveili-
snede
gingsze-
van de
kering
draad
HO5VV-
32 A
F3G4
3 x 4 mm
2
PE
HO5VV-
16 A
F4G2,5
4 x 2,5
mm
2
PE