1.3.3 Bedieningspaneel
⑨
⑧
① Toets START/STOP
Start en stopt de werking.
② Toets SET (Instellen)
Schakelt
vanuit
de Programmeermodus en de Instel- & weergavemodus.
③ pijltjestoets omlaag
Wijzigt een programmanummer en verlaagt een instelwaarde
voor de rotatiesnelheid of de procestijd.
④ pijltjestoets omhoog
Wijzigt
een
programmanummer
instelwaarde voor de rotatiesnelheid of de procestijd.
⑤ Display Program Number (Programmanummer)
(7-segmentdisplay)
Geeft een programmanummer van 1 tot 30 weer.
⑥ Display Speed (Snelheid) (7-segmentdisplay)
Geeft de geprogrammeerde rotatiesnelheid of de actuele
snelheid weer.
⑦ Display Time (Tijd) (7-segmentdisplay)
Geeft de geprogrammeerde procestijd of de resterende
procestijd weer.
⑧ Lampje Lid Lock (Dekselvergrendeling)
Er brandt een oranje lampje als het instrumentdeksel voor het
starten van het proces is vergrendeld en het lampje gaat uit
wanneer het deksel is ontgrendeld nadat de motor is gestopt.
⑨ Lampje Power (Voeding)
Gaat branden wanneer het instrument spanning krijgt.
(Afbeelding 1F)
⑤
②
③
④
de
Stand-bymodus
naar
en
verhoogt
een
⑥
⑦
Pagina 5
Afbeelding 1F
①