3. BEDIENINGSINSTRUCTIES
Speed (Snelheid). Wanneer er een foutcode wordt
weergegeven, klinkt er een alarmzoemer.
1. Druk op de toets SET (Instellen) wanneer het
softwareversienummer wordt weergegeven. Het
foutcodedisplay verschijnt.
2. De laatste drie foutcodes worden getoond.
OPMERKING:
De volgorde waarin de fouten zijn
opgetreden, wordt weergegeven in het display Program
(Programma). De foutcode van elke fout wordt
weergegeven in het display Speed (Snelheid). Als er geen
fout in het geheugen is opgeslagen, wordt "E---" op het
display Speed (Snelheid) weergegeven.
3. Druk op de toets SET (Instellen) om terug te keren
naar de stand-bymodus.
3.3 De monsterkamer monteren
en het monster doseren
VOORZICHTIG:
•
De 1 ml-monsterkamer en bijbehorende
kamerhouder, kamerdop en papierfilter zijn
bedoeld voor eenmalig gebruik. Gebruik ze
niet opnieuw.
•
Verzeker u ervan dat de naam en id op elk
objectglaasje overeenkomen met die van de
individuele patiënt of proefpersoon.
•
De limiet voor onbalans bij het draaien van de
last bedraagt 3 gram. Vul de in de rotor te
plaatsen monsterkamers gelijkmatig.
•
Gebruik de 1 ml-monsterkamer uitsluitend met
de bijpassende kamerhouder, kamerdop en
papierfilter. De bij de 6 ml- en 12 ml-kamers
behorende artikelen zijn niet compatibel.
•
Bij gebruik van een papierfilter moet u de
kamers binnen 2-3 minuten na het doseren van
het monster centrifugeren.
•
De
6
ml-
en
rubberpakkingen, 6/12 ml-monsterkamerhouder
en -dop zijn herbruikbaar nadat ze zijn
gedesinfecteerd
ze echter niet als ze gescheurd of vervormd zijn.
12
ml-monsterkamers,
en
gewassen.
Gebruik
•
Gebruik geen objectglaasjes die gebreken
vertonen. Deze zullen breken tijdens gebruik.
•
Vergrendel het komdeksel nadat het monster is
gedoseerd en start het proces.
•
Plaats geen verschillende typen complete
kamers tegelijk in de rotor. Dit zal tijdens
bedrijf een fout wegens onbalans veroorzaken.
•
Objectglaasjes kunnen breken, afhankelijk
van de afmetingen en kwaliteit. Bepaal vóór
gebruik of de objectglaasjes die u wilt
gebruiken, veilig in de kamerhouders kunnen
worden geplaatst en met het instrument
kunnen worden verwerkt.
•
Als een monsterkamer met rubberpakking
wordt overvuld, zal in de beschermkom
aerosolvorming optreden. Als er sprake is van
ondervullen, zorgt dit voor ongelijkmatig en
inadequaat uitsmeren.
Procedure voor het gebruik van 1 ml-
monsterkamers voor eenmalig gebruik
1. Noteer de naam van het monster op een schoon
objectglaasje en plaats het glaasje, met de matte
zijde omhoog, in de monsterkamerhouder
(Afbeelding 3K).
2. Plaats het nieuwe papierfilter op het objectglaasje
(Afbeelding 3L).
Pagina 16
Afbeelding 3K
Afbeelding 3L