Het SLIM-bedieningspaneel wordt geleverd met een brug om te voorkomen dat het alarm verschijnt (contact open =
alarm) Zie paragraaf "14.2. Corrigo-regelaars". Bekijk het bedradingsschema van "REGELAAR 2" voor meer informatie.
Zoals u kunt zien, is de brandalarmingang geplaatst op klemmen +C2 en 27. Het is ook mogelijk om deze informatie op
te zoeken in paragraaf "14.3.5. Ingangen en uitgangen".
Met betrekking tot de functie Brandmodus is het mogelijk om de volgende alarmstrategieën toe te wijzen:
Strategie
Beschrijving
Continue werking
De toevoerluchtventilator draait op maximale snelheid terwijl de afvoerluchtventilator draait:
a) de "normale" instelwaarde volgen als de eenheid op "normale snelheid" of "verminderde
snelheid" draaide voordat de brandfunctie werd geactiveerd
b) de "extra" instelwaarde volgen als de eenheid op "extra snelheid" draaide voordat de
brandfunctie werd geactiveerd
• De eenheid blijft draaien, ongeacht of er een ander alarm verschijnt (geen automatische
beveiliging van de eenheid).
• Het apparaat reageert niet op "OFF order" (uitschakelopdracht). Het apparaat stopt alleen
door de voeding uit te schakelen.
Normaal bedrijf
Vergelijkbaar met continue werking , maar het apparaat reageert op "OFF order"
(uitschakelopdracht).
• De eenheid blijft werken zolang er geen alarmen van type A verschijnen (zie paragraaf "34.3.
Foutenlijst", voor meer informatie over alarmen van type A).
Alleen afzuiging
Continue werking waarbij de toevoerluchtventilator wordt gestopt terwijl de
afzuigluchtventilator blijft draaien:
a) de "normale" instelwaarde volgen als de eenheid op "normale snelheid" of "verminderde
snelheid" draaide voordat de brandfunctie werd geactiveerd
b) de "extra" instelwaarde volgen als de eenheid op "extra snelheid" draaide voordat de
brandfunctie werd geactiveerd
• De eenheid blijft draaien, ongeacht of er een ander alarm verschijnt (geen automatische
beveiliging van de eenheid).
Alleen toevoer
Continue werking waarbij de toevoerluchtventilator op 100% draait en de afzuigluchtventilator
(standaard)
wordt gestopt.
• De eenheid blijft draaien, ongeacht of er een ander alarm verschijnt (geen automatische
beveiliging van de eenheid).
Stoppen, afzuiging
Eenheid gestopt.
en toevoer
In alle gevallen toont het scherm bij activering van het alarm het bericht ALARM. Hier wordt uitgelegd hoe u de brand-
modusfunctie configureert:
26. ROOKMODUS
Het is mogelijk om een digitale ingang toe te wijzen aan de functie ROOKMODUS. Na ontvangst van het signaal van een ex-
terne rookbesturing wordt een vooraf bepaald gedrag van de ventilatoren van de warmteterugwinningsunit afgedwongen.
Type ingangssignaal: Spanningsvrij contact.
Het SLIM-bedieningspaneel wordt geleverd met een brug om te voorkomen dat het alarm verschijnt (contact open =
alarm) Zie paragraaf "14.2. Corrigo-regelaars". Bekijk het bedradingsschema van "REGELAAR 1" voor meer informatie.
Zoals u kunt zien, is de rookmelderingang geplaatst op de klemmen +C1 en 24. Het is mogelijk om deze informatie op
te zoeken in paragraa "14.3.5. Ingangen en uitgangen".
52