INSTALLATIE
INGEBRUIKNAME
11.1.6 Veiligheidstemperatuurbegrenzer
Bij een omgevingstemperatuur lager dan -15 °C is het mogelijk
dat de veiligheidstemperatuurbegrenzer van de elektrische nood-/
bijverwarming in werking treedt.
f Controleer of de veiligheidstemperatuurbegrenzer werd
f
geactiveerd.
f Los de storingsbron op.
f
f Reset de veiligheidstemperatuurbegrenzer door op de toets
f
Reset te drukken.
11.1.7 Aansluitgebied sluiten
1
1 Geluidsisolatie
f Plaats de afdekking op het toestel.
f
f Bevestig de afdekking met de vier schroeven.
f
11.2 Eerste ingebruikname
11.2.1 De stooklijn instellen
Het rendement van een warmtepomp neemt af naarmate de aan-
voertemperatuur stijgt. Daarom dient u de stooklijn nauwkeurig
18
| WPL 10 ACS
in te stellen. Als de stooklijn te hoog wordt ingesteld, sluiten de
zone- of thermostatische kranen, zodat het vereiste minimale de-
biet in het verwarmingscircuit eventueel niet kan worden gehaald.
f Houd rekening met de bedienings- en installatiehandleiding
f
van de WPM 3.
Aan de hand van de volgende procedure kunt u de stooklijn cor-
rect instellen:
- Thermostatische kraan/kranen of zonekraan/-kranen in een
referentieruimte (bijv. de woonkamer of de badkamer) vol-
ledig openen.
Het is aan te bevelen geen thermostatische kranen of
zonekranen te monteren in de referentieruimte. Regel
voor deze ruimtes de temperatuur met behulp van een
afstandsbediening.
- Pas bij verschillende buitentemperaturen (bijv. –10 °C en
+10 °C) de stooklijn zo aan dat de gewenste temperatuur in
de referentieruimte wordt behaald.
Richtwaarden voor het begin:
Parameter
Vloerverwarming
Stooklijn
0,4
Regeldynamiek
5
Kamertemperatuur
20 °C
Als de kamertemperatuur in het overgangsseizoen (ca. 10 °C bui-
tentemperatuur) te laag is, moet u de parameter "Kamertempera-
tuur" verhogen.
Info
Als er geen afstandsbediening geïnstalleerd is, leidt een
verhoging van de parameter "Kamertemperatuur" tot een
parallelle verschuiving van de stooklijn.
Als de kamertemperatuur bij lage buitentemperaturen te laag is,
moet de parameter "Stooklijn" worden verhoogd.
Als u de parameter "Stooklijn" heeft verhoogd, dient u bij hogere
buitentemperaturen de zonekraan of de thermostatische kraan
in de referentieruimte in te stellen op de gewenste temperatuur.
Materiële schade
!
Verlaag de temperatuur in het volledige gebouw niet
door alle zonekranen of thermostatische kranen dicht te
draaien, maar door gebruik te maken van de verlagings-
programma's.
Als alles correct is uitgevoerd, kunt u het systeem opwarmen tot
de maximale bedrijfstemperatuur en nogmaals ontluchten.
Materiële schade
!
Let bij vloerverwarmingen op de maximaal toegelaten
temperatuur voor de vloerverwarming.
11.2.2 Overige instellingen op de WPM 3
11.2.3 Bij werking zonder buffervat
f Roep op het ingebruiknameniveau van de warmtepompma-
f
nager de parameter "CONTINU LOPEN POMP" op.
f Activeer het continubedrijf van de laadpomp van het
f
buffervat.
Radiatorverwarming
0,8
15
20 °C
WWW.STIEBEL-ELTRON.COM