INSTALLATIE
Waar u op moet letten
NL 34
Veiligheidsvoorschriften installatie
• De aansluiting moet voldoen aan de nationale en lokale
voorschriften.
• Het toestel moet altijd geaard zijn.
• Alleen een erkend elektrotechnisch installateur mag dit toestel
aansluiten.
• Gebruik voor het aansluiten een goedgekeurde kabel (bijvoorbeeld
type HO7RR) met de juiste kabel diameters, behorend bij de
aansluiting. De kabel ommanteling moet van rubber zijn.
• De aansluitkabel moet vrij hangen en mag niet door een lade
worden aangestoten.
• Wilt u een vaste aansluiting maken, zorg er dan voor dat er een
omnipolaire schakelaar met een contactafstand van minimaal 3 mm
in de toevoerleiding wordt aangebracht.
• Het werkblad waarin de kookplaat wordt ingebouwd moet vlak zijn.
• De wanden en het werkblad rondom het toestel moeten minimaal
tot 85 °C hittebestendig zijn. Ook al wordt het toestel zelf niet
warm, door de warmte van een hete pan kan de wand verkleuren of
vervormen.
• Schade ontstaan door verkeerd aansluiten, verkeerd inbouwen of
verkeerd gebruik valt niet onder de garantie.
• Wandcontactdoos en stekker moeten altijd bereikbaar blijven.
• Zorg ervoor dat de aansluitkabel niet in contact kan komen met
delen van het apparaat die heet kunnen worden.
• Het apparaat mag niet via een verdeelstekker of verlengsnoer op
het elektriciteitsnet worden aangesloten. Hiermee kan veilig gebruik
van het apparaat niet worden gewaarborgd.
• Laat installatie-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden
uitsluitend uitvoeren door vakmensen die door de fabrikant zijn
geautoriseerd, anders vervalt de garantie.
• Bij installatie-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden moet het
apparaat spanningsvrij gemaakt worden. Het apparaat is alleen
spanningsvrij als:
▷ de hoofdschakelaar van de huisinstallatie is uitgeschakeld, of
▷ de zekering van de huisinstallatie er geheel is uitgedraaid, of
▷ de stekker uit het stopcontact is getrokken.