Maximale vraag
Stroombegrenzing (optioneel)
Ongedaan maken instelwaarde
3.6.1.1
Stromingsschakelaar
Hoewel de stromingsschakelaar als optie aangeboden wordt, is het verplicht om er een te installeren en
aan te sluiten op de digitale ingangsklemmen om te zorgen dat de koeler alleen werkt als een minimale
doorstroming waargenomen wordt.
Gebruik van het apparaat zonder gebruik van de stromingsschakelaar-ingang of zonder
een passende stromingsschakelaar kan leiden tot beschadiging van de verdamper door
bevriezing. De werking van de stromingsschakelaar moet voorafgaand aan het opstarten
van het apparaat gecontroleerd worden.
3.6.1.2
Dubbele instelwaarde
Dit contact kan gebruikt worden om te schakelen tussen de twee verschillende LWT-instelwaarden en,
afhankelijk van de toepassing, tussen verschillende bedrijfsmodi.
3.6.1.3
Stroombegrenzing (optioneel)
Deze optionele functie maakt de vermogensregeling van het apparaat mogelijk om de ingangsstroom te
begrenzen. De stroombegrenzing-functie is opgenomen in de energiemeter-optie. Het beperkende signaal
wordt vergeleken met een op de HMI ingestelde grenswaarde. Standaard wordt de instelwaarde voor
stroombegrenzing door de HMI geselecteerd: een extern 4-20 mA signaal kan ingeschakeld worden om
een op afstand te wijzigen instelwaarde mogelijk te maken.
3.6.1.4
Externe fout
Dit contact kan aan de controller een fout of waarschuwing van een extern apparaat melden. Dit kan een
alarm van een externe pomp zijn om de controller over deze fout te informeren. Deze invoer kan
geconfigureerd worden als een fout (stoppen apparaat) of een waarschuwing (wordt op de HMI
weergegeven).
In geval van toepassing van ijsopslag, moet de ijsmodus geselecteerd worden. In dit geval zal de
controller de koelmachine laten werken in aan/uit-stand, en de koelmachine uitschakelen zodra de
instelwaarde bereikt wordt. In dit geval zal de machine op volle kracht draaien en vervolgens
uitschakelen door de verschillende startvertragingen voor ijs van de koelmachine toe te passen.
3.6.1.5
Snelle herstart (optioneel)
Het doel van de snelle herstart-functie is het herstarten van het apparaat binnen de kortst mogelijke tijd
na een stroomstoring, en vervolgens het herstel binnen de kortst mogelijke tijd (met behoud van het
betrouwbaarheidsniveau van normaal bedrijf) van het vermogen van de machine voorafgaand aan de
stroomstoring. De snelle herstart wordt ingeschakeld door de schakelaar te activeren.
3.6.1.6
Afstandschakelaar
Dit apparaat kan gestart worden door een op afstand inschakelbaar contact. De Q0-schakelaar moet
ingesteld worden op "Extern/Remote".
3.6.1.7
Algemeen alarm
In geval van een alarm van het apparaat, is deze uitgang afgesloten hetgeen wijst op een storing naar een
extern aangesloten BMS.
888-889 (MC24)
4-20 mA analoge ingang
889-890 (MC24)
4-20 mA analoge ingang
886-887 (MC24)
4-20 mA analoge ingang
D-EOMHP00706-14NL - 21/78