VEILIGHEIDSINSTRUCTIES (VOOR ALLE LIGHT-PRODUCTEN)
Vullen met brandstof
Benzine heeft een laag ontbran-
dingspunt en kan in bepaalde si-
tuaties uiterst explosief zijn. Rook
niet. Zorg voor een goede ventila-
tie van de werkomgeving.
Kom nooit in de omgeving van hete voorwerpen
of voorwerpen die vonken kunnen teweegbren-
gen wanneer benzine gebruikt wordt. Wacht tot
de machine afgekoeld is alvorens brandstof bij
te vullen. Vul de tank op minstens drie meter
van de plaats waar de machine gebruikt wordt.
Vermijd het morsen van brandstof, diesel en
olie op de grond. Bescherm uw handen tegen
het kontakt met benzine, diesel en olie. Open
de tankstop voorzichtig, daar de branstoftank,
tengevolge van benzinedamp, onder druk kan
staan. De brand-stoftank nooit boordevol
benzine gieten. Kontroleer de machine regel-
matig op brandstoflekken. Gebruik nooit een
machine met een brandstoflek.
Startprocedure
Maak uzelf vertrouwd met de ma-
chine alvordens deze te starten en
wees er zeker van dat:
• alle bedieningshandels vrij zijn van olie,
vet en/of vuil.
• de machine geen in het oog springende
gebreken heeft.
• alle beschermingen stevig gemonteerd zijn.
• alle controle-handels in neutrale positie
staan.
Start de machine volgens de richtlijnen in het
instructieboekje.
Gebruik
Houd uw voeten buiten bereik van
de machine.
Gebruik de machine niet in slecht
geventileerde ruimtes. Er bestaat
risico voor koolmonoxyde vergifti-
ging.
Gebruik de machine alleen voor het doel
waarvoor deze gemaakt is. Zorg ervoor dat u
weet hoe de machine gestopt dient te worden
in geval van nood.
LP6500 ILP6500NL3
Wees extra voorzichtig bij gebruik
van de machine op hellingen. Bij
het werken op hellingen of onge-
lijke bodem, moet de bediener van
de machine er altijd voor zorgen
aan de bovenzijde van de helling
t.o.v. de machine te staan. Beweeg
u altijd van boven naar beneden
op hellingen. Overschrijd nooit het
maximale stijgingspercentage van
de machine (zie instructieboek). Bij
het werken op hellingen of in sleu-
ven dienen u en anderen zich nooit
dichtbij de machine te bevinden.
Raak nooit de motor, uitlaat of de excentric
van de machine aan. Tijdens het gebruik kun-
nen deze zeer heet worden en brandwonden
veroorzaken. V-snaren en draaiende delen
nooit aanraken als de machine in gebruik is.
Parkeren
Parkeer de machine altijd op een vlakke bo-
dem.
Voordat u de machine verlaat:
• gebruik de parkeerrem (indien aanwezig).
• sluit de machine af en verwijder de start
sleutel.
Laden/Lossen
Begeef u nooit onder of in de on-
middellijke nabijheid van de ma-
chine als deze in een kraan of takel
hangt. Gebruik alleen de aangege-
ven hijsogen. Overtuig u er altijd
van dat alle hijspunten de juiste
afmetingen hebben ten opzichte
van het gewicht van het produkt.
Onderhoud
Onderhoudswerk dient alleen door geschoold
personeel te worden uitgevoerd. Houd onge-
traind personeel weg van de machine. Werk
niet aan de machine als deze in grebruik is
en/of bij draaiende motor.
5