INStaLLatIE
Elektrische aansluiting
1 Schakelkast
f Neem de aanwijzingen in het hoofdstuk "Voorbereidingen/
f
elektrische installatie" in acht.
f Trek de schakelkast uit de behuizing.
f
f Gebruik leidingen die voldoen aan de voorschriften.
f
f Controleer de goede werking van de trekontlastingen.
f
f Sluit de verwarmingscirculatiepomp in overeenstemming met
f
de planningsdocumenten aan op de warmtepompmanager.
Aansluiting X3: Toestel en elektrische nood-/bijkomende
verwarming (DHC)
f Sluit het toestel aan op aansluitklem X3.
f
f Sluit de elektrische nood-/bijkomende verwarming aan op
f
aansluitklem X3, wanneer u de volgende functies van het
toestel wilt gebruiken:
toestelfunctie
Werking van de elektrische nood-/bijver-
warming
Mono-energetisch
De elektrische nood-/bijverwarming waarborgt de
bedrijf
verwarmingswerking en het bereiden van hogere
warmwatertemperaturen, wanneer het bivalentiepunt
te laag is.
Noodwerking
Indien de warmtepomp bij een storing uitvalt, wordt
het verwarmingsvermogen overgenomen door de
elektrische nood-/bijverwarming.
Opwarmprogramma
Bij retourtemperaturen van < 25 °C moet de vloer-
(alleen bij vloerver-
droogfunctie uitgevoerd worden door de elektrische
warmingen)
nood-/bijverwarming.
De vloerdroogfunctie mag bij deze lage systeemtempe-
raturen niet door de warmtepomp uitgevoerd worden,
omdat tijdens de ontdooicyclus de vorstbeveiliging van
het toestel dan niet meer kan worden gegarandeerd.
Na beëindiging van het opwarmprogramma kunt u
de elektrische nood-/bijverwarming loskoppelen,
wanneer deze niet nodig is voor de werking van het
toestel.
Let erop dat de noodfunctie niet in het opwarmpro-
gramma uitgevoerd kan worden.
Antilegionellascha-
De elektrische nood-/bijverwarming wordt bij geacti-
keling
veerde antilegionellaschakeling automatisch gestart
om het water ter bescherming tegen legionella regel-
matig tot een temperatuur van 60 °C te verwarmen.
www.stiebel-eltron.com
1
PE
1
Netaansluiting warmtepomp (WP)
L1, L2, L3, N, PE
2
Elektrische nood-/bijverwarming (DHC)
L1, L2, L3, N, PE
aansluitver-
mogen
2,6 kW
2,9 kW
2,9 kW
5,6 kW
5,8 kW
5,9 kW
8,8 kW
Materiële schade
!
De compressor in het toestel kan slechts in één draairich-
ting werken. Als het toestel verkeerd wordt aangesloten,
blijft de compressor 30 seconden in werking, waarna hij
uitschakelt.
Op het display van de warmtepompmanager verschijnt de sto-
ringsmelding G-VERMOGEN.
f Wissel in een spanningsvrije toestand twee fasen om, om de
f
richting van het draaiveld te veranderen.
f Dek de netaansluitklem (X3) af en verzegel deze, wanneer
f
alle elektrische kabels zijn aangesloten.
1
2
Klemaansluiting
L1
L2
L3
L1
L2
L1
L3
L2
L3
L1
L2
L3
WPL E | WPL cool |
X3
N
PE
N
PE
N
PE
N
PE
N
PE
N
PE
N
PE
17