INStaLLatIE
Voorbereidingen
Let op de volgende aanwijzingen:
- Bescherm alle voedingsleidingen door een mantelbuis tegen
vocht, schade en UV-straling.
- Laat de installatiebuizen voor de voedingsleidingen iets over
de fundering uitsteken. Let erop dat er geen water in de in-
stallatiebuizen lopen kan.
- Om de aansluiting op het toestel te vergemakkelijken advise-
ren wij u om bij buitenopstelling flexibele voedingsleidingen
te gebruiken.
- Gebruik weersbestendige elektriciteitskabels.
- Bescherm de aanvoer- en retourleidingen van het ver-
warmingscircuit tegen vorst door deze voldoende te iso-
leren. Voer de isolatie uit overeenkomstig de geldende
voorschriften.
Info
Neem bij het leggen van de condensaatafvoerslang het
hoofdstuk "Montage/condensaatafvoer" in acht.
9.3.2 Binnenopstelling
Materiële schade
!
De vloer in de opstelruimte moet ongevoelig zijn voor
water. Tijdens de werking van het toestel scheidt de bui-
tenlucht dagelijks tot 50 liter condenswater af. Bij een
hoge luchtvochtigheid in de opstelruimte kan condens-
aat aan het toestel en aan de luchtslangen ontstaan. Bij
verkeerd geplaatste condensaatafvoer of gebrekkig on-
derhoud kan er water lekken. Wij adviseren om in de
opstelruimte een afvoerputje te voorzien.
De ruimte waarin het toestel wordt geïnstalleerd, moet voldoen
aan de volgende voorwaarden:
- Vorstvrij
- De ruimte mag door stof, gassen of dampen geen gevaar
voor explosies inhouden.
- Bij opstelling van het toestel in een stookruimte samen met
andere verwarmingstoestellen moet verzekerd zijn dat de
werking van de andere verwarmingstoestellen niet wordt
beïnvloed.
- Het minimumvolume van de opstelruimte. Bij naleving van
de minimumafstanden is het minimumvolume van de opstel-
ruimte gegarandeerd.
- Belastbare vloer (gewicht van het toestel, zie hoofdstuk
"Technische gegevens / Gegevenstabel").
f Zorg bij een zwevende dekvloer voor een stille werking van
f
de warmtepomp.
10
| WPL E | WPL cool
1
2
3
4
5
1 Betonvloer
2 Geluidsisolatie
3 Zwevende vloer
4 vloerbekleding
5 Uitsparing
f Ontkoppel het opstelvak rondom de warmtepomp door een
f
uitsparing. Sluit vervolgens de uitsparing met een water-
doorlatend en geluidsontkoppeld materiaal, bijv. silicone.
Let op de volgende aanwijzingen:
- Sluit de aanvoer- en retourleiding van het verwarmings-
circuit aan d.m.v. flexibele drukslangen. In het hoofdstuk
"Toestelbeschrijving/vereist toebehoren binnenopstelling"
worden geschikte drukslangen vermeld.
Info
Gegevens over afmetingen en positie van de luchttoe-
voer- en luchtafvoeropeningen, alsmede de doorvoeren
van de water- en elektriciteitsleidingen treft u aan in het
hoofdstuk "Technische gegevens/afmetingen en aanslui-
tingen/binnenopstelling".
www.stiebel-eltron.com