6.13 Inschakelen/uitschakelen/herstellen
6.13.1 Alarmindicator (AI) activeren
Building Technologies
Fire Safety
U kunt uitgangen, zoals 'Alarmgevers' activeren en deactiveren.
Inkomende kanalen, zoals melders, kunt u wel activeren maar niet deactiveren. Na
activeren kunt u ze wel resetten.
Tijdens het activeren van 'Brand sturingen' worden bijvoorbeeld valkleppen, liften,
installaties en blusvoorzieningen - ook die met blusgas - aangestuurd. Daarom
moet u passende voorzieningen treffen om eventueel schade te voorkomen.
WARNING
Gedeactiveerde aansturingen verhinderen passende maatregelen in geval van
brand!
Kans op persoonlijke of materiële schade in geval van brand!
●
Laat medewerkers toezien op de gedeactiveerde zone.
●
U moet gedeactiveerde aansturingen zo snel mogelijk weer activeren.
WARNING
Geactiveerde delen van de installatie kunnen een alarmering en universele
aansturing initiëren!
Kans op persoonlijke schade door het aanspreken van blussers.
De brandweer wordt zonder noodzaak gealarmeerd.
●
Stel 'Brand sturingen' op voorhand op 'Sturingtest'.
●
Informeer op voorhand de brandweer.
U kunt bijvoorbeeld ↑ alarmindicator activeren om de geografische toewijzing van
een melder te inspecteren. Deze functie is nuttig bij het in bedrijf stellen of tijdens
het plegen van onderhoud.
'Activeer alarmindicator'
1. Selecteer 'Main menu' > 'Topologie'.
a De drie deelbomen van de topologieboom verschijnen.
2. Selecteer ↑ 'Melder structuur'.
3. Navigeer met ↑ <softkey 2> 'Lager niveau' verder in de boomstructuur naar de
melder.
4. Markeer een melder.
5. Druk op <softkey 3> 'Meer Opties'.
a Het venster 'Optie selecteren' wordt weergegeven.
6. Selecteer de optie 'Uitvoeren commando's'
a Het venster 'Selecteer commando' wordt weergegeven.
7. Selecteer het commando 'Activeer alarmindicator'.
a De alarmindicator is geactiveerd.
Bediening
Inschakelen/uitschakelen/herstellen
A6V10211076_k_nl_NL
6
83 | 262
2018-08-29