Blusfunctie
10
Bedrijfstoestanden
Bedrijfstoestand
'Quiet'
'Not ready'
''Pre-activated' phase'
''Activated' phase'
Waarschuwingstijd loopt
''Release actuator' phase'
''Released' phase'
142 | 262
Building Technologies
Fire Safety
De volgende tabel bevat de beschrijving bij de verschillende bedrijfstoestanden:
Beschrijving
Normale bedrijfstoestand. Alle relevante systeemcomponenten zijn bedrijfsklaar.
Er zijn geen alarm- of vooralarmsignalen in de detectiezones van de bijbehorende
bluszones actief.
Enkele in- en uitvoercomponenten kunnen een storing hebben en worden op het
station en op het blusbedieningspaneel weergegeven.
De bluszone gaat in de volgende gevallen naar de toestand 'Not ready':
●
De bluszone is na een activering teruggesteld, maar er zijn nog alarms actief
in de bluszone; bijv. een actieve automatische brandmelder of een
handbrandmelder. De bluszone blijft in deze toestand zolang deze alarms
actief zijn.
●
Een uitschakeling is weer gedeactiveerd. De blusinstallatie controleert in deze
toestand op eventueel actieve alarms in de bluszone en blijft in deze toestand
zolang deze alarms actief zijn.
Detectiezones in de bijbehorende bluszone geven aanvragen voor vooractivering
resp. activering van de bluszone door aan de brandmeldcentrale. De
geïntegreerde bluscentrale interpreteert de aanvragen en zet de bluszone in de
toestand ''Pre-activated' phase', overeenkomstig de geconfigureerde
activeringsvoorwaarden.
In de toestand ''Pre-activated' phase' is de blusinstallatie in verhoogde
bedrijfsklare toestand. De brandmeldcentrale activeert, afhankelijk van de
configuratie, evt. reeds functies van de besturing in geval van brand. Dit kan bijv.
het sluiten van brandveiligheiddeuren zijn.
Detectiezones in de bijbehorende bluszone geven aanvragen voor vooractivering
resp. activering van de bluszone door aan de brandmeldcentrale. De
geïntegreerde bluscentrale interpreteert de aanvragen en zet de bluszone in de
toestand ''Activated' phase', overeenkomstig de geconfigureerde
activeringsvoorwaarden.
In de toestand ''Activated' phase' activeert de bluscentrale het blusproces voor de
bluszone.
Het blusproces is geactiveerd en de geconfigureerde waarschuwingstijd voor de
bluszone loopt af. De alarmsignaalgever in de betreffende bluszone is
intermitterend actief. Personen kunnen de bluszone verlaten voordat de
bevloeiing van de bluszone met blusmiddel wordt geactiveerd.
Afhankelijk van de configuratie activeert de blusinstallatie reeds de volgende
kleppen:
●
Pilootkleppen aan de stuurluchtvoorziening: deze sturen onder andere de
openingskleppen aan de blusmiddelreservoirs.
●
Zonekleppen: deze geven de blusmiddeltrajecten naar de bluszone vrij.
De openingskleppen aan de blusmiddelreservoirs blijven echter nog gesloten.
Tijdens de waarschuwingstijd kan de 'Uitstel blussing'-schakelaar worden
bediend. Meer informatie over de 'Uitstel blussing'-toestand vindt u hieronder in
de tabel.
Na afloop van de waarschuwingstijd activeert de besturing de bevloeiing van de
bluszone met blusmiddel. Hiervoor opent deze de openingskleppen aan de
blusmiddelreservoirs.
De blusinstallatie gaat naar de toestand ''Released' phase' wanneer de
drukschakelaar een blusmiddelstroom detecteert.
Bij installaties zonder drukschakelaar gaat de blusinstallatie na de activering van
de bevloeiing automatisch naar de toestand ''Released' phase'.
A6V10211076_k_nl_NL
2018-08-29