11.7.1 Controle op aanwezigheid
11.7.2 Bewaking van de interventie
Building Technologies
Fire Safety
Het gedrag kan voor elk van onderstaande voorvalcategorieën separaat worden
gedefinieerd:
●
'Storing'
●
'Systeemdeel uit'
●
Test
●
↑ 'Techniekmelding'
●
'Activering'
●
'Informatie'
De 'Interventie Concept' kent twee onafhankelijke, parallel lopende
interventieprocedures:
●
toezicht op aanwezigheid (t1)
●
toezicht op de interventie (ts)
U kunt de interventieprocedures afhankelijk van de bedrijfsmodus 'Manned
operation'/'Unmanned operation' configureren.
Een geïnitieerde interventieprocedure (t1 en/of ts telt af) wordt niet opnieuw
gestart als een 'Storing' van dezelfde categorie nogmaals optreedt.
De toetsing op aanwezigheid bij 'IC' is gedacht als dadelijke interventie. Tijdens het
optreden van voorvallen, zoals technische gebreken, 'Storingen' of falende
werking, kunnen de bedieners de oorzaak vaststellen en eventueel wegnemen.
Wordt een voorval niet binnen de geconfigureerde duurtijd (bijvoorbeeld maximaal
een uur) bevestigd? Dan wordt een externe interveniërende instantie geïnformeerd
(globale alarmering).
De ↑ transmissievoorziening voor 'Storingen' wordt door het bevestigen niet
onderbroken.
De externe interveniërende instantie wordt eveneens geïnformeerd als 'Storing'
werd bevestigd, maar de oorzaak van 'Storing' nog niet na een gedefinieerde tijd
werd verholpen.
Dit wordt geborgd door parallel uitgevoerd toezicht op de interventie.
De bewaking van de interventie dient voor het veilig stellen van een service-
interventie. Gebeurtenissen, bijvoorbeeld 'Storing' door een vervuilde melder,
worden tijdens een configureerbare tijd (tot max. een week) bewaakt.
Als de normale bedrijfstoestand niet binnen deze tijd is hersteld, wordt de service-
interventie gestart of wordt het onderhoudspersoneel op de hoogte gesteld.
Beschrijving van het systeem
Interventieconcept (IC)
A6V10211076_k_nl_NL
11
239 | 262
2018-08-29