Gebruiksaanwijzing
kingssequentie met een wachtperiode van 18 seconden. Tijdens
deze 18 seconden is de groene-LED op de ontstekingsbesturing
afwisselend rood en groen, voordat hij groen blijft.
Na de wachtperiode schakelt de ontstekingsbesturing de ontsteker
en de gasklep aan. De ontsteker blijft aan tot een vlam wordt ge-
detecteerd of gedurende maximaal 10 seconden.
Zodra een vlam is gedetecteerd, stopt de ontstekingsbesturing
met vonken, de gasklep blijft aan en de ontstekingsbesturing gaat
naar de Runmodus.
Wanneer geen vlam wordt gedetecteerd, probeert de ontstekings-
besturing nog twee keer tot een ontsteking te komen. De ontste-
kingsbesturing gaat opnieuw naar de wachtperiode van 18 secon-
den voor de ontstekingsbesturing de ontsteking nogmaals pro-
beert. Als de drie ontstekingspogingen geen succes hebben, gaat
de ontstekingsbesturing naar de vergrendelmodus.
Draaien-stand
In de Runmodus houdt de ontstekingsbesturing de gasklep aan,
bewaakt het vlamsignaal en laat de ontsteker uit.
Wanneer het vlamsignaal tijdens de Runmodus verloren gaat,
wordt binnen één seconde een bijkomende poging tot ontsteking
uitgevoerd. De ontstekingsbesturing herstelt de vonk gedurende
ongeveer 10 seconden. Als de nieuwe ontstekingspoging geen
succes heeft, gaat de ontstekingsbesturing naar de vergrendelmo-
dus.
De ontstekingsbesturing blijft in de Runmodus tot 24 VAC wordt
verwijderd van de contacten TH en GND op de besturing.
Uitdoving van de vlam
De vlam gaat uit wanneer de stroomtoevoer van de ontstekings-
besturing wordt verwijderd. De ontstekingsbesturing schakelt de
gasklep uit en gaat naar de stand-bymodus.
Vergrendelmodus
Wanneer de vergrendelmodus wordt gestart, onderbreekt de ont-
stekingsbesturing het vermogen naar de gasklep, de ontsteker
schakelt uit, de vergrendel-/resetindicator gaat aan en de diagno-
se-LED geeft de overeenkomstige errorcode weer.
Handmatige reset van vergrendeling
De vergrendelmodus wordt opgeheven door gedurende drie se-
conden op een externe resetschakelaar te drukken. De ontste-
kingsbesturing verwijdert alle errorcodes en gaat naar de stand-
bymodus. Tijdens de handmatige reset van de vergrendeling
knippert de diagnose-LED op de ontstekingsbesturing rood en
oranje en de reset-indicator blijft aan tot de ontstekingsbesturing
wordt gereset. Als de reset-indicator uit is gegaan, stopt u met op
de schakelaar te drukken. Door de reset gedurende 3 seconden in-
gedrukt te houden nadat de vergrendeling werd verholpen, wordt
een storing gegeven, waardoor opnieuw naar de vergrendelmodus
wordt gegaan.
©
Copyright, Alliance Laundry Systems LLC - NIET KOPI-
EREN of DOORZENDEN
Systeemtests
De volgende systeemtests worden tijdens de normale werking uit-
gevoerd. Systeemtests worden minstens om de 24 uur uitgevoerd.
Detectie van lage spanning
Als de spanning tussen de contacten TH en GND gedurende meer
dan 3 seconden onder 18,75VAC +/- 0,75VAC ligt, schakelt de
ontstekingsbesturing de gasklep uit en wordt geen vonkvorming
geprobeerd. De diagnose-LED toont errorcode 5. De ontstekings-
besturing gaat niet naar de vergrendelmodus als een laagspan-
ningstoestand wordt gedetecteerd, maar gaat naar de stand-bymo-
dus en wacht tot de laagspanningstoestand is verholpen.
Als de spanning tussen contacten TH en GND op de besturing
gedurende minstens 3 seconden boven 19,75VAC +/- 0,1VAC
komt, gaat de ontstekingsbesturing naar de opstartmodus.
De test voor de laagspanningsdetectie is uitgeschakeld in de Run-
modus.
Gasklep
De ontstekingsbesturing gaat na of de gasklep is aangesloten. Als
deze test mislukt, gaat de ontstekingsbesturing naar de vergren-
delmodus en toont de diagnose-LED errorcode 2.
Vlamsondetests
De test voor onverwachte aanwezigheid van de vlam wordt uitge-
voerd wanneer geen vlam wordt verwacht. Als deze test mislukt,
gaat de ontstekingsbesturing naar de vergrendelmodus en toont
de diagnose-LED errorcode 3.
Tijdens de vlambewakingstest wordt de vlam gecontroleerd om
er zeker van te zijn dat gas wordt verbrand wanneer de gaskraan
open is. Het niet slagen van deze test heeft tot gevolg dat de ont-
stekingsregeling naar de blokkeringsmodus gaat terwijl de dia-
gnose-LED foutcode 3 weergeeft.
Diagnose-LED (DGN LED) / Foutcodes
De diagnose-LED of DGN LED bevindt zich bij de voedingscon-
nector op de ontstekingsregeling. Zie Figuur 62 . De diagnose-
LED geeft de status van de ontstekingsregeling aan. Zie Tabel
17 .
LED-kleur
Oranje-Geel
Groen
Rood
De diagnose-LED knippert foutcodes, een halve seconde aan en
een halve seconde uit. De foutcodes worden gescheiden door een
pauze van één seconde voordat de code wordt herhaald.
94
Beschrijving
Initialisatie
Standby/Normaal bedrijf
Storingsindicatiecode
Tabel 17
Onderdeelnr. 70457901NLR18