Dagelijks
1. Inspecteer de omgeving van de droogtrommels, verwijder alle
brandbare materialen, inclusief pluizen, voor de machine
wordt gebruikt.
2. Controleer de cilinder op vreemde voorwerpen om schade aan
kleding en uitrusting te voorkomen.
3. Verwijder pluizen uit het pluiscompartiment en de pluiszeef
om een goede luchtstroming te verzekeren en oververhitting
te voorkomen.
WAARSCHUWING
Om ernstige letsels te vermijden, mag u het pluis-
paneel niet openen terwijl de droogtrommel in
werking is. Voor u de pluiszeef reinigt, opent u de
deur van de droogtrommel en laat u de cilinder
volledig tot stilstand komen.
a. Open het pluispaneel.
b. Verwijder alle pluizen in het pluiscompartiment. Borstel
alle eventueel achtergebleven pluizen op de pluiszeef
voorzichtig weg.
c. Ga na of de pluiszeef niet gescheurd is.
d. De pluiszeef moet de volledige opening in het pluiszeefpa-
neel bedekken. Controleer of dit het geval is.
e. Veeg de pluizen van de bovengrens-thermostaatkast en
van de thermistor. Zie Figuur 69 .
f. Zet het paneel van het pluiscompartiment weer goed vast
op de droogtrommel en vergrendel het indien van toepas-
sing.
4. Maak aan het eind van de dag de bovenkant, voorkant en zij-
kanten met een mild schoonmaakmiddel schoon. Afspoelen
met schoon water. Gebruik voor het bedieningspaneel GEEN
producten die alcohol bevatten.
©
Copyright, Alliance Laundry Systems LLC - NIET KOPI-
EREN of DOORZENDEN
Onderhoud
1. Thermistor
2. Thermostaat
3. Ventilator
4. Pluiszeef
W410R1
Maandelijks
1. Verwijder pluizen en vuil uit de interne uitlaatkoker om een
goede luchtstroming in stand te houden en oververhitting te
vermijden.
a. Verwijder het externe kanaal en de toegangsluiken tot de
kanalen, indien aanwezig.
b. Reinig de binnenzijde van het kanaal met een stofzuiger.
c. Reinig de dempers en ga na of ze vrij werken.
d. Zet de koker en alle toegangsdeksels terug voor u de
droogtrommel weer in gebruik neemt.
2. Zorg dat er een gelijkmatige verdeling over het pluizenscherm
is.
3. Veeg voorzichtig alle pluizen van de bovengrensthermostaat
en de thermistor, inclusief het geperforeerde deksel.
4. Verwijder de pluisjes en vuil uit de ventilator om een goede
luchtstroom te behouden.
Om de 3 maanden
1. Gebruik een stofzuiger om de luchtopeningen op de aandrijf-
motoren te reinigen.
2. Controleer en reinig de stoomspiralen, indien van toepassing.
3. Controleer de stroming van de verbrandings- en ventilatie-
lucht
4. Controleer de spanning en toestand van de riemen. Vervang
versleten of gebarsten riemen.
5. Reinig het bovenpaneel van de machine met een zacht
schoonmaakmiddel. Spoel met schoon water af.
100
1
2
Figuur 69
Onderdeelnr. 70457901NLR18
Onderhoud
3
4
TMB2281N_SVG1