AANSLUITEN
4.4.3 Aansluiting op de klemmen
Gebruik voor de aansluiting op de klemmen van de regelkring een adereindhuls en een kabel, waarvan u het uiteinde passend
isoleert. Enkeladerige kabels kunnen na het verwijderen van de isolatie direct op de klemmen worden aangesloten.
Verwijder ca. 10 mm van de kabelisolatie. Vlecht het kabeleinde vóór de aansluiting. Het einde van de kabel mag niet worden
vertind, omdat het anders tijdens het bedrijf los kan komen.
10 mm
Voer het kabeluitende zo in de adereindhuls dat de kabel aan het uiteinde van de huls ongeveer 0 tot 0,5 mm uitsteekt.
Huls
Controleer de adereindhuls na het krimpen.
Gebruik geen adereindhuls, die niet perfect gekrompen is of een beschadigd oppervlak heeft.
Beschadiging
Aanbevolen adereindhulzen:
Kabeldoorsnede
2
[mm
]
0,3
0,5
0,75
1
1,25/1,5
0,75 (voor twee kabels)
*1
Adereindhulzen met een kunststofkraag voor kabels met dikkere isolatie, die voldoen aan de MTW-eisen (MTW - Machine Tools Wiring).
*2
Voor de klemmen A, B en C
Kabeldoorsnede
2
[mm
]
0,3 tot 0,75
10
Kabel
Kunststofkraag
Platgedrukt hulsuiteinde
Met kunststofkraag
AI 0.5-10WH
AI 0.75-10GY
AI 1-10RD
AI 1.5-10BK
AI-TWIN 2 x 0.75-10GY
Productnummer van de
adereindhuls
BT 0.75-11
Losse draad
Niet alle draden bevinden
zich in de adereindhuls
Adereindhuls
Zonder kunststofkraag
Kabels met UL-keurmerk
—
A 0.75-10
A 1-10
A 1.5-10
—
Productnummer van
de isolatie
VC 0.75
*1
—
AI 0.5-10WH-GB
AI 0.75-10GY-GB
(Phoenix Contact
AI 1-10RD/1000GB
*2
AI 1.5-10BK/1000GB
—
Crimptang
NH 67 (NICHIFU Co., Ltd.)
Crimptang
CRIMPFOX 6
Co., Ltd.)