Problemen met de papierverwerking oplossen
Door de volgende problemen met afdrukmateriaal worden een lagere afdrukkwaliteit, papierstoringen
of schade aan het product veroorzaakt.
Probleem
Afdrukkwaliteit is slecht of toner hecht niet Het papier is te vochtig, te ruw, te
Weggevallen gedeelten,
papierstoringen of gekruld papier
Papier krult te veel
Papierstoring, schade aan product
Problemen met papierinvoer
Afdruk is scheef.
Er worden meerdere vellen tegelijk
ingevoerd.
96
Hoofdstuk 8 Problemen oplossen
Oorzaak
zwaar, te glad of is voorzien van
reliëfopdruk of afkomstig van een partij
die niet aan de specificaties voldoet.
Het papier is niet op de juiste wijze
opgeslagen.
De twee zijden van het papier verschillen. Draai het papier om.
Het papier is te vochtig, heeft een
verkeerde vezelrichting of is opgebouwd
uit korte vezels
De twee zijden van het papier verschillen. Draai het papier om.
Het papier heeft gaatjes of perforaties.
Het papier heeft onregelmatige randen.
De twee zijden van het papier verschillen. Draai het papier om.
Het papier is te vochtig, te ruw, te
zwaar of te glad, heeft een verkeerde
vezelrichting of is opgebouwd uit korte
vezels, is voorzien van reliëfopdruk of
afkomstig van een partij die niet aan de
specificaties voldoet.
Mogelijk zijn de papiergeleiders niet
goed afgesteld.
Mogelijk is de lade te vol.
Mogelijk is het afdrukmateriaal
gekreukeld, gevouwen of beschadigd.
Oplossing
Probeer een andere papiersoort, tussen
100 en 250 Sheffield, met een
vochtgehalte van 4 tot 6%.
Bewaar het papier in de vochtwerende
verpakking op een vlakke ondergrond.
Gebruik papier met een lange vezel.
Gebruik papier zonder gaatjes of
perforaties.
Gebruik papier van hoge kwaliteit voor
laserprinters.
Probeer een andere papiersoort, tussen
100 en 250 Sheffield, met een
vochtgehalte van 4 tot 6%.
Gebruik papier met een lange vezel.
Verwijder al het afdrukmateriaal uit de
invoerlade, leg de stapel
afdrukmateriaal recht en plaats deze
opnieuw in de invoerlade. Pas de
papiergeleiders aan de breedte en
lengte van het afdrukmateriaal aan en
druk opnieuw af.
Verwijder een deel van het
afdrukmateriaal uit de lade.
Controleer of het afdrukmateriaal niet
gekreukeld, gevouwen of beschadigd is.
Druk opnieuw af op afdrukmateriaal uit
een nieuwe of andere verpakking.
NLWW