12.3 Systeeminstellingen
In de systeeminstellingen voert u de verschillende instellingen voor de
werkwijze van het apparaat uit.
12.3.1
Trigger-polariteit
Het apparaat kan door een negatieve (0V DC; voorinstelling) of een
positieve (+12 V DC nominaal, +10,5 tot +24 V) polariteit worden
aangestuurd. Deze instelling geldt globaal voor alle 8 ingangen (A-H TRIG)
Opgelet!
De instelling moet overeenkomen met de bedrading van de ingangen.
12.3.2
Afstandsopties
Toegang op afstand
Bij AAN kunt u het apparaat vanuit een andere telefoon op afstand besturen.
Bij UIT* staat het apparaat geen toegang op afstand toe
(fabrieksinstellingen).
Beltonen tot antwoord
Leg hier het aantal beltonen vast, tot het apparaat inkomende gesprekken
naar de afstandsbesturing aanneemt. (Hoe vaak moet het overgaan tot het
apparaat „de hoorn van de haak neemt").
De selectie gaat van „1 beltoon" tot „20 beltonen".
1 beltoon antwoord
Met het activeren van deze functie is het mogelijk het apparaat gericht via de
toegang op afstand te bereiken, ook als de telefoonlijn tevens door
aanvullend aangesloten apparaten, bijvoorbeeld antwoordapparaten of
faxen, worden gebruikt.
Let op, de „Beltonen tot antwoord" op het apparaat hoger in te stellen dan
het aantal dat bij de andere bijgeschakelde apparaten is ingesteld. Anders
kan het bijgeschakelde antwoordapparaat geen normaal gesprek aannemen
of het bijgeschakelde faxapparaat geen fax ontvangen.
36 NL