9.
Installatie
Open de behuizing door de schroeven aan de onderkant te verwijderen. Nu
kunt u voorste gedeelte omhoog kantelen en naar boven losmaken. Het in
elkaar zetten geschiedt in omgekeerde volgorde, voorste gedeelte boven
vasthaken, dichtklappen en schroeven vastdraaien.
Opgelet!
Maak het apparaat stroomloos voordat u bedradingswerkzaamheden aan
het apparaat uitvoert.
Controleer voor de installatie en montage van het apparaat
het type van de analoge telefoonaansluiting
het account-type van de GSM-aansluiting
de fysieke locatie van het apparaat en de antenne ervan
de storingsvrije en voldoende GSM-ontvangst.
9.1
Locatie voor apparaat en antenne
Als u met het apparaat toegang tot een mobiel netwerk wilt verkrijgen, moet
u voor een geschikte plaats kiezen. Het apparaat zelf dient op een plek te
worden geplaatst die aan de ene kant handig is voor de gebruiker en aan de
ander kant praktisch is voor de bedrading. Aanvullend moet u de antenne zo
plaatsen, dat u een goed signaal van het mobiele netwerk kunt ontvangen.
De antennekabel is ca. 3 m lang. Let ook op een gladde, droge en
trillingsvrije ondergrond op de montagelocatie.
Controle van een toereikende signaalsterkte van het mobiele netwerk
Er zijn 3 mogelijkheden om de signaalsterkte op de installatielocatie te
controleren:
1.
U kunt een mobiele telefoon gebruiken. Deze moet op hetzelfde net zijn
aangemeld als de SIM-kaart die u later in het apparaat wenst te gebruiken.
Als uw telefoon minstens drie signaalbalken op de positie van de
apparaatantenne weergeeft, dan moet het apparaat in dit net kunnen
werken. Het is niet genoeg om alleen de weergave van de signaalsterkte te
vertrouwen.
Controleer of u vanuit de gekozen positie kunt bellen.
13 NL