8 Onderhoud
WAARSCHUWING
Gevaar voor afblazen (uittreden van hete
stoom) tijdens werkzaamheden aan de zonne-
installatie
Verbrandingen aan handen en gezicht mogelijk.
• Werkzaamheden aan de zonne-installatie
uitsluitend buiten de tijden van directe
zonnestraling of met afgedekte collectoren
uitvoeren.
Zonnesysteemvloeistof controleren (jaarlijks)
1. Ontluchten van het zonnecircuit en tegelijkertijd een
monster uit de spoelkraan zie
2. Sensorische controle uitvoeren. Bij een penetrante
geur of donkerkleuring vervangen.
3. Antivries met de antivries-refractometer controleren
(De bescherming tegen bevriezing mag -23 °C niet
overschrijden).
4. pH-waarde met lakmoesstrookje controleren (bij pH <
8,0 zonnesysteemvloeistof vervangen).
5. Zonnecircuit-werkdruk controleren.
Indien de zonnecircuit-werkdruk buiten de
toelaatbare waarden ligt, dient de voordruk van
het zonnesysteem-expansievat en de zonnecircuit-
werkdruk zoals in de tweejaarlijkse controle
ingesteld te worden.
Voordruk zonnesysteem-expansievat controleren
(tweejaarlijks)
1. Kapklep op het zonnesysteem-expansievat met 17
mm steeksleutel sluiten (markering horizintaal).
2. Aftapventiel met 6 mm steeksleutel openen en
overdruk uit het expansievat aflaten.
3. Voordruk aan het ventiel van het expansievat
controleren en eventueel met stikstof navullen, zie
" Voordruk aan het zonnesysteem-expansievat
instellen", hoofdstuk „Assembleren van het toestel
(deel 1)", blz. 11.
4. Aftapventiel sluiten.
5. Kapklep openen (markering verticaal).
Afb. 61: Kapklep en aftapventiel
42
afb. 62 (3)nemen.
1
Kapklepl
2
Markering
Zonnecircuitfilter vervangen
Eerste vervanging 3 - 15 maanden na
inbedrijfstelling (met eerste branderonderhoud),
vervolgens tweejaarlijks resp. met het vervangen
van de zonnesysteemvloeistof.
1. Klep (2) op de zonnecircuit-veiligheidsbalk sluiten.
2. Regelventiel (6) sluiten (sleuf voor schroevendraaier
horizontaal).
3. Zonnecircuitfilter volgens de beschrijving op het filter
vervangen.
Afb. 62: Zonnecircuitcomponenten
1
Spoelkraan
2
Klep (Zonnecircuit-veiligheidsbalk)
3
Vulkraan
4
Zonnecircuitfilter
6
Regelventiel
Zonnecircuit-werkdruk controleren
1. Zonnesysteem-werkdruk van het zonnecircuit
controleren en eventueel opnieuw instellen, zie
Zonnesysteem-werkdruk instellen", hoofdstuk
„Drukproef zonnecircuit", blz. 37.
Flow (doorstroming) controleren
1. Zonnecircuitpomp (uitgang 1) op de SolvisControl in
de handmodus op „IN" instellen („INSTALLATEUR
Menu > Uitgangen > Handmodus") zie
SolvisMax Gas · Technische wijzigingen voorbehouden 10.09 · F 20-NL SOLVIS
"
hoofdstuk