Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Solvis SolvisMax Gas Montagehandleiding pagina 24

Gasgestookte hr gecombineerd met zonnewarmte
Inhoudsopgave

Advertenties

6 Montage
Rookgas-veiligheidstemperatuurbegrenzer
(bijv. voorschrift in Zwitserland).
• Voor zover een extra rookgas-
veiligheidstemperatuurbegrenzer (ASTB) is
voorgeschreven, wordt deze via de
storingsingang op de systeemregelaar van de
SolvisControl aangesloten (ASTB is niet bij de
levering inbegrepen).
• De rookgas-veiligheidstemperatuurbegrenzer
dient over een potentiaalvrij 230 V~
schakelcontact te beschikken.
• Voor het aanbrengen van de ASTB in het
rookgasafvoerkanaal dient volgens de locaal
geldende voorschriften door de installateur een
opening in het rookgaskanaal gemaakt te
worden.
Toepassingsgebied van het CAS-rookgasafvoersysteem
De buizen en vormstukken van het CAS-
rookgasafvoersysteem zijn van polypropyleen gemaakt.
De concentrische buitenmantels zijn van plaatwerk
voorzien van poedercoating (epoxy). Indien de
rookgasafvoer in een schacht wordt geplaatst kan de
buitenmantel eventueel van voordeliger PE zijn (CAS-7).
Uit de buizen en vormstukken inclusief pakkingen wordt
de complete rookgasafvoer door middel van
steekverbindingen samengesteld. De rookgasafvoeren
worden in of aan gebouwen opgebouwd. De maximaal
toelaatbare rookgastemperatuur voor het Centrotherm-
rookgasafvoersysteem (CAS) bedraagt 120 °C.
Het aantal maximale lengtes en toelaatbare
bochten/bogen kunnen met behulp van de volgende
tabel bepaald worden.
Eisen aan de schacht
De rookgasafvoer is buiten de stookruimte in eigen en
geventileerde schachten aan te brengen. De schachten
moeten uit niet-brandbare, vormvaste materialen
bestaan en een brandvertragingsduur van 90 min.
bieden. Bij gebouwen met een geringere bouwhoogte is
een brandvertragingsduur van 30 min. voldoende.
Voor voldoende naventilatie van de rookgasafvoer DN 80
zijn volgende binnenafmetingen noodzakelijk:
• rechthoekig: min. 135 x 135 mm
• rond: min. ø155 mm
Bij gesloten toestellen, die de verbrandingslucht van de
ingang via de ringspleet aanzuigen, kunnen tussen
rookgasafvoer en schacht ook kleinere afstanden
gekozen worden, voor zover de ventilator van de brander
de aanzuigzijdige weerstanden overwinnen kan.
Rookgasafvoerbuizen afkorten
Alle rookgasafvoerbuizen DN 80 en DN 125/80 kunnen
afgekort worden.
Bij een montage in de schacht moet de rookgasafvoer
minimaal 100 mm uit de schachtafdekking uitsteken.
24
Schoonmaken van oude schoorstenen
Indien de verbrandingslucht via een bestaande
schoorsteenschacht wordt aangezogen, dient de
schoorsteen principieel door een vakfirma
schoongemaakt te worden. Dat geldt in het bijzonder als
voorheen oliegestookte of -installaties voor vaste
brandstoffen aangesloten waren. Indien na het
schoonmaken opnieuw stofbelasting door
poreuze/brokkelige schoorsteenvoegen te verwachten
is, dienen geschikte tegenmaatregelen getroffen te
worden.
Afstandhouders
Afstandhouders moeten in de schacht minimaal om de
2 m en aan iedere bocht of ieder T-stuk bevestigd
worden. Bij toepassing van flexibele rookgasafvoer geldt
bovendien dat voor en na ieder verzet een
afstandhouder aangebracht dient te worden. De
maximale schachtafmetingen dienen een diameter resp.
een lengte van een zijde van 240 mm niet te
overschrijden, opdat de functie van de afstandhouders
gegarandeerd blijft.
Bevestiging van de rookgasafvoerbuizen
De rookgasafvoerbuizen zijn in de stookruimte steeds in
een afstand van 1 m te bevestigen.
Minimaal afschot bij rookgasafvoerbuizen
De rookgasafvoer moet onder afschot naar de vuurhaard
gelegd worden opdat het condenswater uit de
rookgasafvoer naar het centrale
condenswaterverzamelpunt kan aflopen.
Minimaal afschot:
• horizontael rookgasafvoer > 5% (5 cm per 1 m)
Reinigings- und controleopeningen
Rookgasinstallaties moeten makkelijk en veilig te
reinigen zijn, alsmede op vrije doorgang en dichtheid
gecontroleerd kunnen worden. Hiertoe moet in de
opstellingsruimte minstens één reinigingsopening in de
rookgasafvoer ingebouwd worden, resp. een volgende
voor iedere bocht. Rookgasinstallaties, die niet onderin
gecontroleerd kunnen worden, moeten in de dakruimte
nog een reinigingsopening hebben. Schachten voor
rookgasafvoeren mogen geen openingen hebben,
behoudens de noodzakelijke reinigings- en
controleopeningen alsmede openingen voor het
ventileren van de rookgasafvoer.
Afstanden naar brandbare onderdelen
Bij het installeren van het rookgasafvoersysteem CAS is
zorgvuldig op de afstand naar brandbare onderdelen te
letten. Dit is in de toelating van de
rookgasafvoersystemen (afstandsklasse) vastgelegd,
welke in de meegeleverde documentatie van het
rookgasafvoersysteem te lezen is. Bij een juist gebruik
van de installatie liggen de opperrvlaktetemperaturen op
de toestelbemanteling en de rookgasafvoerbuizen onder
de 85 °C.
SolvisMax Gas · Technische wijzigingen voorbehouden 10.09 · F 20-NL SOLVIS

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Solvismax gas pur

Inhoudsopgave