Inhoudsopgave
Advertenties
6 Montage
1
Verwarmingsaanvoer
2
Verwarmingsretour
3
Zonnecircuit-retour / ketel vullen en aftappen
4
Zonnecircuit-aanvoer
De voorraadboiler kan niet achteraf met een
geïntegreerde zonnesysteem-warmtewisselaar
uitgerust worden.
Voor gedetailleerde informatie over het aansluiten
van de zonnewarmte-overdrachtgroep zie
montagehandleiding van de SÜS-20 (P42).
6.2.2 Aansluitingen aan
verwarmingszijde
Menggroep verwarmingscircuit monteren
1. Voor ieder verwarmingscircuit een menggroep
monteren en aansluiten.
Voor gedetailleerde informatie over de montage
en de aansluiting zie
Montage" (L10).
Het spoelen van de verwarmingsinstallatie
• Sludgevorming veroorzaakt schade door
verstopte installatieonderdelen (bijv.
zonnesysteem-warmtewisselaar), vastzittende
warmtemeter o.i.d.
• Bij de zwarte corrosieproducten betreft het in
het algemeen Magnetiet (Fe
wanneer ijzer bij zuurstofarmoede roest.
BELANGRIJK
Vervuiling van en sludgevorming in de
voorraadboiler voorkomen.
• Een reeds bestaande verwarmingsinstallatie
vóór het aansluiten van de voorraadboiler
grondig spoelen.
• Wij raden aan een vuilafscheider in te bouwen
in de retour voor de voorraadboiler zie
hoofdstuk „ Verwarmingsgroep", blz. 53.
Kunststofleidingen in het verwarmingscircuit
Vooral oudere vloerverwarmingsslangen van kunststof
zijn niet bestand tegen het intreden van zuurstof (zgn.
zuurstof diffusie).
Om die reden is bij toepassing van kunststof leidingen
binnen een verwarmingscircuit een scheiding van het
systeem voorgeschreven. Uitzonderingen kunnen wij op
aanvraag ter beschikking stellen. Meer informatie met
betrekking tot dit thema kunt u bij de technische
verkoop opvragen, zie
Ontluchters op de voorraadboiler
Voor het ontluchten van de voorraadboiler zijn twee
ontluchters ter beschikking:
22
document „Menggroep –
O
), dat ontstaat,
3
4
tel.nr. op blz. 4
• een voorgemonteerde ontluchter aan de voorzijde,
beneden op de boiler
• een tweede ontluchter boven op de boiler
Beide ontluchters hebben dezelfde functie en kunnen
naar keuze voor het ontluchten van de voorraadboiler
gebruikt worden, zie
hoofdstuk „Afvullen, ontluchten
en afpersen (drukproef)", blz. 31.
Voor een continue luchtafscheiding, microblaasjes
in het bijzonder, raden wij aan een
luchtafscheider in te bouwen zie
Verwarmingsgroep", blz. 53.
Expansievat (MAG) juist berekenen
Teneinde het intreden van zuurstof in de
verwarmingsinstallatie te voorkomen is de keuze van het
expansievat van wezenlijk belang:
• Het expansievat niet te klein selecteren.
• Bij het bepalen van het vat het voorraadboilervolume
en de hoge boilertemperaturen in acht nemen.
• Een toeslag van ten minste 10% van het boilervolume
meetellen.
• Het MAG (expansievat) dient conform DIN 4807-2
berekend te worden en van een kapventiel volgens
DIN EN 12828 voorzien te worden, zie
boiler: „Minimale grootten van expansievaten".
Voordruk expansievat (MAG) instellen
1. Voordruk van het expansievat met onderstaande
formule bepalen.
2. Aan het ventiel van het expansievat de voordruk
aflaten of eventueel verhogen door met stikstof na te
vullen.
• Voordruk te laag:
Gevaar voor stoomvorming en het
binnendringen van lucht stijgt.
• Voordruk te hoog:
Gevaar voor water- en daarmee drukverlies door
afblazen via de veiligheidsklep bij het bereiken
van de maximale werktemperatuur.
H
Hk
p
=
o
10
P
Voordruk expansievat [bar]
0
Hoogte van het hoogste punt van de
H
Hk
verwarmingsradiatoren [m]
H
Hoogte van de voorraadboiler-onderkant [m]
Sp
SolvisMax Gas · Technische wijzigingen voorbehouden 10.09 · F 20-NL SOLVIS
hoofdstuk „
tabel op de
– H
Sp
+ 0,5 [bar]
Advertenties
Hoofdstukken
Inhoudsopgave
