Inhoudsopgave
Advertenties
Beschikbare talen
Beschikbare talen
LET OP:
Indien de kookplaat conform aansluitschema A2 wordt aangesloten, is het vereist
dat een gecertificeerde installateur controleert of de technische installatie in de
meterkast, de verbinding in de kookplaat, en de aansluitkabel nog altijd voldoen aan
de actuele normen en consistent zijn met de informatie uit de aansluitschema's.
LET OP!
◊ Veilig gebruik is alleen verzekerd wanneer de installatie conform de bijgeleverde
montagevoorschriften en op de juiste wijze gebeurt. Elk geval van schade
als gevolg van onjuiste installatie valt onder de verantwoordelijkheid van de
installateur.
◊ Uitsluitend gekwalificeerde elektriciens mogen de elektrotechnische aansluiting
verrichten, met inachtneming van de nationale en lokale veiligheidsnormen.
◊ De kookplaat valt onder beschermingsklasse I en vereist een aansluiting op een
geaard netwerk. De leverancier wijst elke aansprakelijkheid voor schade af, indien
veroorzaakt door ontoereikende elektrische voorzieningen.
◊ De installatie van de kookplaat moet geschieden in een vaste opstelling met de
juiste uitschakelmechanismen, zoals voorgeschreven.
◊ Een inductiekookplaat dient enkel geplaatst te worden boven objecten zoals
een lade, een oven met ventilatie of een vaatwasser, met behoud van de
voorgeschreven ruimte voor ventilatie. Plaatsing boven koelapparatuur, niet-
geventileerde ovens of wasmachines is niet toegestaan.
◊ Zorg dat de stroomkabel niet klemt tijdens installatie of langs scherpe kanten
loopt. Indien geïnstalleerd boven een oven, leid de kabel langs de achterhoeken
naar het aansluitpunt. Deze moet zo gepositioneerd zijn dat contact met hete
onderdelen vermeden wordt.
◊ Het aansluitingspunt, de stopcontacten en/of de stekker moeten altijd bereikbaar
zijn.
◊ Het werkblad waarop de kookplaat wordt geïnstalleerd, dient vlak, waterpas en
stevig te zijn. Hanteer hierbij de aanwijzingen van de werkbladfabrikant.
◊ Garantie vervalt bij foutieve installatie, aansluiting of montage.
◊ Let op: elke aanpassing aan het toestel, inclusief de montage en het vervangen
van de stroomkabel, dient door een gecertificeerde installateur te worden
uitgevoerd.
4. INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
4.1 Geschikte pannen voor inductie
• Gebruik alleen pannen met een diameter van 12 cm tot 26 cm die geschikt zijn
voor inductie. Controleer of het inductiesymbool op de verpakking van de pan of
op de pan zelf staat.
Nederlands
15
Advertenties
Hoofdstukken
Inhoudsopgave
Probleemoplossen
