3. Klik op het pictogram Noodherstelmedia maken. Het venster Noodherstelmedia maken wordt
geopend.
4. Geef in het gebied Noodherstelmedia aan welk type herstelmedium u wilt maken. U kunt een
noodherstelmedium maken met behulp van een schijf, een USB vaste-schijfstation of een tweede
intern vaste-schijfstation.
5. Klik op OK en volg de instructies op het scherm om een noodherstelmedium te maken.
Een noodherstelmedium gebruiken
In dit gedeelte vindt u instructies voor het gebruiken van het noodherstelmedium dat u hebt gemaakt.
• Als u een noodherstelmedium hebt gemaakt met een schijf, gebruikt u de volgende instructies voor het
gebruiken van het noodherstelmedium:
1. Zet de computer uit.
2. Druk herhaaldelijk op de toets F12 wanneer u de computer aanzet. Als het venster Please select boot
device wordt geopend, laat u de F12-toets los.
3. In het venster Please select boot device window selecteert u het gewenste optische station als het
eerste opstartapparaat. Plaats vervolgens de noodherstelschijf in het optische-schijfstation en druk
op Enter. Het noodherstelmedium wordt gestart.
• Als u een noodherstelmedium hebt gemaakt met een USB-vaste-schijfstation, gebruikt u de volgende
instructies voor het gebruiken van het noodherstelmedium:
1. Sluit het USB-vaste-schijfstation aan op een van de USB-poorten van de computer.
2. Druk herhaaldelijk op de toets F12 wanneer u de computer aanzet. Als het venster Please select boot
device wordt geopend, laat u de F12-toets los.
3. In het venster Select boot device selecteert u het USB-vasteschijfstation als het eerste
opstartapparaat en drukt u op Enter. Het noodherstelmedium wordt gestart.
Bij het opstarten vanaf het noodherstelmedium verschijnt Rescue and Recovery. Voor elk van de functies
in het werkgebied van Rescue and Recovery is er Help-informatie beschikbaar. Volg de instructies om
de herstelproces te voltooien.
Vooraf geïnstalleerde toepassingen en stuurprogramma's opnieuw
installeren
Uw computer is uitgerust met speciale functies waarmee u bepaalde vooraf geïnstalleerde software en
stuurprogramma's opnieuw kunt installeren.
Vooraf geïnstalleerde toepassingen opnieuw installeren
In dit gedeelte vindt u instructies voor het opnieuw installeren van vooraf geïnstalleerde toepassingen.
Als u de geselecteerde toepassingen die vooraf zijn geïnstalleerd op uw Lenovo(R)-computer, opnieuw wilt
installeren, doet u het volgende:
1. Zet de computer aan.
2. Geef met Windows Verkenner of Computer de mappenstructuur van uw vaste-schijfstation weer.
3. Ga naar de directory C:\SWTOOLS.
4. Open de apps-map. In de map apps bevinden zich verscheidene submappen die zijn genoemd naar de
diverse toepassingen die op uw computer zijn geïnstalleerd.
5. Open de map van de gewenste toepassing.
.
Hoofdstuk 6
Informatie over systeemherstel
75