Inhoudsopgave
Advertenties
900 98 02 79
EB 28
Stand 01.2000
Werking en bediening v.d. propaangas-balkverwarming
5.5
De gasdruk moet minstens 1,0 bar bedragen. Deze waarde kunt
u aflezen op de manometer van de drukregelaar.
Als de druk te laag is, dient u de verwarming uit te schakelen en
de gasflessen te vervangen. Anders kan de gasinstallatie
beschadigd raken.
Drukregelkleppen met vaste instellingen zorgen ervoor dat de
druk niet wordt overschreden.
De gasflessen moeten altijd voldoende gas afgeven om te
voorkomen dat de druk te laag wordt.
Attentie:
Wanneer u een propaangasfles aanbrengt, mag er geen open
vuur in de buurt aanwezig zijn!
Neem de volgende punten in acht bij het aanbrengen van een
propaangasfles:
❑
Nadat u de gasfles ( 1 ) op zijn plaats op de machine
hebt gezet, monteert u eerst de sjorbevestiging ( 2 ).
❑
Verwijder de plastic afscherming van de flesklep.
❑
Controleer of het schroefdraad van de gasfles niet is
beschadigd.
❑
Draai de flesklep ( 3 ) heel kort volledig open om
eventueel vuil weg te blazen.
❑
Sluit de drukregelaar ( 4 ) aan en draai de wartelmoer
( 5 ) vast met een steeksleutel.
(Aansluiting met linkse schroefdraad).
Attentie:
!
Wanneer u de gasfles ( 1 ) hebt aangesloten,
moet u de volgende controles uitvoeren:
❑
Flesklep ( 3 ) openen.
❑
Alle aansluitpunten besproeien met een schuimend
middel.
❑
Alle aansluitingen controleren op dichtheid.
Lekken moeten onmiddellijk worden verholpen!
Propaangasfles monteren, afbeelding Z 23058
5
27
Advertenties
Inhoudsopgave
