900 98 02 79
EB 28
Stand 01.2000
Werking en bediening v.d. propaangas-balkverwarming
5.1
Attentie!
Ingrepen die een nadelige invloed hebben op de werking van
de verwarmingsinstallie of zelfs delen daarvan buiten werking
stellen, zijn verboden.
De vlambewaking is het belangrijkste onderdeel van de
veiligheidsvoorzieningen op het gebied van de verwarming. De
vlambewaking dient uitsluitend ter beveiliging van het
bedieningspersoneel.
Het bedieningspersoneel dient de volgende belangrijke
zaken te weten:
Elk van de twee middendeelhelften en elk uitschuifdeel heeft
een eigen regeling, die onafhankelijk van de andere delen werkt.
Daarom beschikt elk van deze 4 balkdelen over een eigen
elektronicakast.
Zodra de verwarming wordt ingeschakeld (het desbetreffende
controlelampje gaat branden), worden alle 4 elektrische
bewakingsvoorzieningen verbonden met de accu-pluspool,
zodat de stroomcircuits gesloten zijn en automatisch voor elk
balkdeel (onafhankelijk van de andere 3 delen) het volgende
bewakingsprogramma wordt uitgevoerd (automatische modus):
-
De ontstekingsspoel ontvangt plusspanning. De ontstekings-
vonk wordt direct hoorbaar geactiveerd.
-
De gas-magneetklep wordt geopend (het desbetreffende
groene indicatielampje geeft dit aan). In de aanvoerleiding
naar het mondstuk wordt gasdruk opgebouwd. De uit het
mondstuk komende gasstraal trekt via de openingen in de
injector primaire lucht mee naar de branderplaat. Enkele
seconden nadat het gasmengsel uit de branderplaat komt en
zich vermengt met de aangevoerde secundaire lucht, wordt
het ontstoken door de naast de injector geplaatste bougie. De
vlam verspreidt zich van hieruit tot een ononderbroken
vlamstrook over de gehele lengte van de brander.
-
Na ca. 9-10 sec. wordt de ontstekingsvonk uitgeschakeld,
de vlambewaking treedt in werking.
-
Door ionisatie moet nu vanaf de door de pluspool gevoede
vlamsensorelektrode een stroom van > 1μ - A door de vlam
tegen massa stromen.
Balkverwarming
5
19