Systeemwachtwoord
Het systeemwachtwoord voorkomt dat onbevoegde personen uw computer kun-
nen gebruiken.
Configuratiewachtwoord
Het configuratiewachtwoord voorkomt dat de instellingen in het programma IBM
BIOS Setup door onbevoegden worden gewijzigd. Als u verantwoordelijk bent
voor de instellingen van diverse computers, is het verstandig met een configuratie-
wachtwoord te werken.
Als er een configuratiewachtwoord is ingesteld, verschijnt er iedere keer dat u het
programma IBM BIOS Setup wilt starten een wachtwoordaanwijzing. Als u een
onjuist wachtwoord invoert, verschijnt er een foutmelding. Als u drie maal achter
elkaar een onjuist wachtwoord opgeeft, moet u de computer uitzetten en opnieuw
opstarten.
Als u zowel een systeem- als een configuratiewachtwoord hebt ingesteld, kunt u
een van beide wachtwoorden opgeven. Als u echter van plan bent uw configuratie-
instellingen te wijzigen, moet u het configuratiewachtwoord opgeven.
Een wachtwoord instellen, wijzigen of wissen
U kunt een wachtwoord als volgt instellen, wijzigen of wissen:
Opmerking: U kunt elke combinatie van maximaal zeven tekens (A-Z, a-z en 0-9)
1. Start het programma IBM BIOS Setup (zie "Het programma IBM BIOS Setup
2. In het menu van het programma IBM BIOS Setup selecteert u Security.
3. Selecteer Set Passwords. Bekijk de informatie die aan de rechterkant van het
Beveiligingsprofiel per apparaat
Security Profile by Device wordt gebruikt om het de gebruiker mogelijk of onmo-
gelijk te maken om met de volgende apparaten te werken:
IDE-controller
Diskette Drive Access
Diskette Write Protect
Voor het instellen van Security Profile by Device, gaat u als volgt te werk:
1. Start het programma IBM BIOS Setup (zie "Het programma IBM BIOS Setup
2. In het menu van het programma IBM BIOS Setup selecteert u Security.
3. Selecteer Security Profile by Device.
4. Kies de gewenste apparaten en instellingen en druk op Enter.
78
Handboek voor de gebruiker
gebruiken.
starten" op pagina 77).
scherm wordt afgebeeld.
Als deze voorziening is ingesteld op Disable, worden alle appara-
ten die zijn aangesloten op de IDE-controller (bijvoorbeeld de
vaste schijf of het CD-ROM-station) uitgeschakeld en niet weerge-
geven in de systeemconfiguratie.
Als deze voorziening is ingesteld op Disabled, is het diskette-
station niet toegankelijk.
Als deze voorziening is ingesteld op Enable, worden alle diskettes
behandeld alsof ze tegen schrijven zijn beschermd.
starten" op pagina 77).