De batterij vervangen
De computer heeft een speciaal geheugen voor de datum, de tijd en de instellingen
voor de ingebouwde voorzieningen, zoals de toewijzing (configuratie) van de
parallelle poort. Door middel van een batterij blijft deze informatie ook bewaard
nadat u de computer hebt uitgezet.
Normaliter hoeft u geen aandacht te besteden aan de batterij en hoeft u deze ook
niet op te laden. Een batterij gaat echter niet eeuwig mee. Als de batterij leeg raakt,
gaan de datum, tijd en configuratiegegevens (waaronder ook de wachtwoorden)
verloren. Er verschijnt dan een foutmelding wanneer u de computer aanzet.
Raadpleeg "Kennisgeving lithiumbatterij" op pagina vi voor meer informatie over
het vervangen en weggooien van de batterij.
U vervangt de batterij als volgt:
74
Handboek voor de gebruiker
Volgende stappen
v Als u met een andere optie wilt werken, gaat u naar het desbetreffende
gedeelte.
v Als u de installatie wilt voltooien, gaat u naar "Kap terugplaatsen en
kabels aansluiten" op pagina 75.
1. Zet de computer en alle randapparatuur uit.
2. Verwijder de kap. Zie "De kap verwijderen" op pagina 61.
3. Kijk waar de batterij zich bevindt. Zie "Onderdelen van de systeemplaat" op
pagina 64.
4. Verwijder, indien nodig, adapters die de toegang tot de batterij verhinderen.
Zie "Adapters installeren" op pagina 66.
5. Verwijder de oude batterij.
6. Installeer de nieuwe batterij.
7. Plaats adapters die u verwijderd hebt om toegang te krijgen tot de batterij
weer terug. Zie "Adapters installeren" op pagina 66 voor instructies voor het
vervangen van adapters.
8. Zet de kap terug en sluit het netsnoer weer aan. Zie "Kap terugplaatsen en
kabels aansluiten" op pagina 75.