BEDIENING
6. Gebruik beide remhevels om te vertragen of te stoppen.
Laat de gashendel los tijdens het remmen.
OPMERKING: Door de snelheid van de scooter te
verminderen door beide remhevels in de knijpen en
daarnaast de gashendel dicht te draaien, verkort u de
remweg. Knijp de hendels eerst zacht in en vergroot de
knijpkracht als u wilt stoppen.
WAARSCHUWING
Vermijd het gebruik van één remhendel om te stoppen,
dit beïnvloedt de grip van de banden.
Rem niet plotseling, dit beïnvloed eveneens de grip van de
banden en kan een ongeluk veroorzaken.
7. Gebruik soepele bewegingen tijdens het rijden en bij het
maken van bochten.
OPMERKING: Bij bepaalde snelheden zal uw scooter
effectiever keren wanneer u met uw lichaam in de bocht
'hangt', als wanneer u druk uitoefent op het stuur. Oefen
met sturen in een gebied zonder verkeer totdat u bekend
bent met de beste manier van sturen.
WAARSCHUWING
Verminder uw snelheid wanneer u over hobbelige of
onverharde wegen rijdt. Laat de gashendel los als u naar
beneden rijdt en rem telkens een beetje om de snelheid
van het voertuig in de hand te houden. Doet u dit niet, dan
loopt u het gevaar een ongeluk te veroorzaken.
31