Inhoudsopgave
Advertenties
BEDIENING
Gebruik de richtingaanwijzers van de scooter om duidelijk
te maken dat u wilt invoegen. Controleer altijd de omgeving
en kijk in de achteruitkijkspiegels zodat u zich bewust bent
van ander verkeer. Wees voorzichtig als u invoegt en houd
rechts aan totdat u op dezelfde snelheid bent als andere
weggebruikers.
4. Bepaal de snelheid van de scooter met de gashendel.
Als u de hendel naar u toe beweegt ①, verhoogt u de snelheid.
Als u de hendel van u af draait ② zal de scooter snelheid
minderen.
OPMERKING: Door de snelheid van de scooter te
verminderen door beide remhevels in de knijpen en
daarnaast de gashendel dicht te draaien, verkort u de
remweg.
30
WAARSCHUWING
①
②
③
5. Rijd tijdens de eerste 1,000 km niet te hard.
Agility 16+: Houd uw snelheid onder de 30 km/u tijdens deze
inrijperiode. ③
Bij warm weer kan de motor oververhit raken als deze
voor een langere periode stationair draait.
Oververhitting kan ook optreden bij zeer langzaam
rijdend verkeer. Laat de motor in deze situaties afkoelen
om de levensduur van de motor te verlengen. Vermijd
plotselinge versnelling en een het aanhouden van een
hoge snelheid voor een langere tijd. Dit kan de motor
sneller doen slijten.
Gematigd gebruik verlengt de levensduur van de
scooter.
LET OP
Advertenties
Hoofdstukken
Inhoudsopgave
