BEDIENING
Als de scooter gestart wordt, kan het achterwiel gaan
draaien. Blijf met lichaam en kleding uit de buurt van
het achterwiel om letsel te voorkomen.
Druk niet op de startknop als de motor al draait, dit kan
de motor of de startmotor beschadigen.
De uitlaat van uw scooter stoot giftig koolmonoxidegas
uit. In afgesloten ruimtes, zoals een garage, kunnen zicht
snel hoge concentraties koolmonoxide verzamelen. Laat
de scooter niet draaien met de garagedeur dicht. Zelfs als
de deur open is, laat u de motor alleen lang genoeg
draaien om de scooter uit de garage te halen.
28
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
Startonderbreking
Uw scooter is uitgerust met een veiligheidsvoorziening die de
ontsteking en de brandstofpomp uitschakelt om de motor te
stoppen als de scooter is omgevallen.
De hoekdetectiesensor van dit systeem moet eenmaal worden
gereset als de scooter rechtop is gezet of de motor niet opnieuw
wil starten.
Als u de motor herstart, moet u de contactschakelaar in de 'OFF'
stand zetten en dan weer terugdraaien naar "ON". U kunt de
scooter vervolg op de normale manier starten.