BEDIENING
Controle chassis
Voltooi de inspectie door van uw scooter door de onderdelen
van het chassis te controleren.
26
Voorwielophanging en achterste schokdemper: Controleer
de werking van de ophanging door de stuur en het zadel naar
beneden te drukken. Kijk of de ophanging snel en soepel
terugveert.
Werking van de remhevels: Controleer of de achterrem (linker
hendel) en de voorrem (rechter hendel) voldoende weerstand
geven en de wielen worden geblokkeerd wanneer u de hendels
indrukt.
Spiegels: pas de richting van de spiegels aan terwijl u op de
scooter zit, VOORDAT u begint te rijden.
Kentekenplaat: zorg ervoor dat uw nummerplaat veilig is
gemonteerd en uw registratie up-to-date is.
Reflectoren: Zorg ervoor dat alle veiligheidsreflectoren
aanwezig zijn en goed vastzitten op de scooter. Vervang
ontbrekende of beschadigde reflectoren.
Smeerpunten: controleer en smeer bepaalde
bedieningselementen en punten op de scooter regelmatig, zoals
beschreven in het onderhoudsschema (zie pagina 36 - 37).