Inbouw een aansluiting
1.
Plaatsen van de 2 meegeleverde afstandhouders op de printplaat van de CAN-BC2
2.
De module wordt op de daarvoor voorziene pinnen van de printplaat van de CAN-BC2
gestoken. De afstandhouders zorgen voor de juiste afstand tot de print van de converter. Het
inbouwen mag alleen bij uitgeschakelde CAN-BC2 geschieden.
3.
Aansluiten van de Modbus-kabel met in achtneming van de polariteit (A/+/1, B/-/2) en/ of
aansluiten van de M-Bus-kabel
Terminering
Modbus
Het verwerken van de Modbus-kabel dient volgens de Modbus-richtlijnen te geschieden. Informatie
m.b.t. M-Busbekabeling zijn in de handleiding van de CAN-BC2 opgenomen.
2
Ieder Modbus-netwerk is bij de
eerste en de laatste netwerk-
deelnemer
met
busafsluiting te
voorzien
jumper
termineren).
Modbus-netwerk zijn dus altijd
twee
eindweerstanden
aan het einde) te vinden.
een
120
(met
In
een
(telkens