• gevoeligheid openen
Deze parameter kan worden ingesteld op een waarde tussen 1 en 100, de in de fabriek ingestelde waarde is 70% als de func-
tie "zware poorten" actief is, of 80% als de functie "lichte poorten" actief is. Belangrijk – De in de fabriek ingestelde waarde
wordt door de besturingseenheid gedurende de openings- en sluitmanoeuvres, die worden uitgevoerd na de installatie of de
snelheidsvariatie, bijgewerkt. Deze functie regelt de kracht waarmee de besturingseenheid ingrijpt bij de detectie van een obsta-
kel gedurende een openingsmanoeuvre. De functie heeft alleen effect als de functie "obstakeldetectie" actief is (ON). Program-
mering parameter: kies de gewenste waarde met de toetsen
• gevoeligheid vertr. openen
Deze parameter kan worden ingesteld op een waarde tussen 1 en 100, de in de fabriek ingestelde waarde is 80% als de func-
tie "zware poorten" actief is, of 80% als de functie "lichte poorten" actief is. Belangrijk – De in de fabriek ingestelde waarde
wordt door de besturingseenheid gedurende de openings- en sluitmanoeuvres, die worden uitgevoerd na de installatie, bijge-
werkt. Deze functie regelt de kracht waarmee de besturingseenheid ingrijpt bij de detectie van een obstakel gedurende de ver-
tragingsfase van een openingsmanoeuvre. De functie heeft alleen effect als de functie "obstakeldetectie" actief is (ON). Pro-
grammering parameter: kies de gewenste waarde met de toetsen
• gevoeligheid sluiten
Deze parameter kan worden ingesteld op een waarde tussen 1 en 100, de in de fabriek ingestelde waarde is 70 % als de func-
tie "zware poorten" actief is, of 85% als de functie "lichte poorten" actief is. Belangrijk – De in de fabriek ingestelde waarde
wordt door de besturingseenheid gedurende de openings- en sluitmanoeuvres, die worden uitgevoerd na de installatie, bijge-
werkt. Deze functie regelt de kracht waarmee de besturingseenheid ingrijpt bij de detectie van een obstakel gedurende een
sluitmanoeuvre. De functie heeft alleen effect als de functie "obstakeldetectie" actief is (ON). Programmering parameter: kies de
gewenste waarde met de toetsen
• gevoeligheid vertr. sluiten
Deze parameter kan worden ingesteld op een waarde tussen 1 en 100, de in de fabriek ingestelde waarde is 80% als de func-
tie "zware poorten" actief is, of 90% als de functie "lichte poorten" actief is. Belangrijk – De in de fabriek ingestelde waarde
wordt door de besturingseenheid gedurende de openings- en sluitmanoeuvres, die worden uitgevoerd na de installatie, bijge-
werkt. Deze functie regelt de kracht waarmee de besturingseenheid ingrijpt bij de detectie van een obstakel gedurende de ver-
tragingsfase van een sluitmanoeuvre. De functie heeft alleen effect als de functie "obstakeldetectie" actief is (ON). Programme-
ring parameter: kies de gewenste waarde met de toetsen
• wissen mapping
Deze parameter is van het type ON / OFF; de in de fabriek ingestelde waarde is "OFF". Als deze functie op "ON" wordt inge-
steld, is het mogelijk de waarden van de door de motor geabsorbeerde kracht, die gedurende de verschillende manoeuvres van
de automatisering zijn opgeslagen, te wissen. Hierna zullen gedurende de manoeuvres die na het wissen worden uitgevoerd
nieuwe waarden in het geheugen worden opgeslagen. Programmering parameter: kies de gewenste waarde met de toetsen
en
en druk vervolgens op de toets "OK".
• uitsluitingswaarde
Deze parameter wordt uitgedrukt in meters en kan worden ingesteld op een waarde tussen 0 en 0,30; in de fabriek is een waar-
de van 0,04 m ingesteld.
Opmerking – De waarde "0" wordt beschouwd als de positie waarin de automatisering volledig gesloten is. Deze functie dient
voor het programmeren van de maximumlimiet waarboven de besturingseenheid de door de functies voor obstakeldetectie (als
deze actief zijn) voorziene omkeringmanoeuvre automatisch uitsluit. Programmering parameter: kies de gewenste waarde met
de toetsen
en
en druk vervolgens op de toets "OK".
• impulsen per segment
Deze parameter kan worden ingesteld op een waarde tussen 5 en 60; in de fabriek is een waarde van 14 ingesteld. Deze func-
tie dient voor het programmeren van het aantal door de encoder gedetecteerde impulsen dat nodig is om de waarde van de
kracht van de motor gedurende het uitvoeren van een manoeuvre in het geheugen op te slaan. Programmering parameter: kies
de gewenste waarde met de toetsen
snelheidsbeheer
• snelheid openen
Deze parameter kan worden ingesteld op een waarde tussen 25% en 100%; de in de fabriek ingestelde waarde is 70%.
Deze functie dient voor het programmeren van de snelheid die de motor gedurende een openingsmanoeuvre dient te hebben.
Belangrijk – Wanneer deze parameter wordt gewijzigd zal de besturingseenheid gedurende de daarna volgende manoeuvres
de waarden van de "kracht" en de "gevoeligheid voor obstakels" bijwerken. Programmering parameter: kies de gewenste waar-
de met de toetsen
• snelheid vertraging opening
Deze parameter kan worden ingesteld op een waarde tussen 25% en 100%; de in de fabriek ingestelde waarde is 25%. Deze
functie dient voor het programmeren van de snelheid die de motor gedurende de vertragingsfase van een openingsmanoeuvre
dient te hebben. Belangrijk – Wanneer deze parameter wordt gewijzigd zal de besturingseenheid gedurende de daarna vol-
gende manoeuvres de waarden van de "kracht" en de "gevoeligheid voor obstakels" bijwerken. Programmering parameter: kies
de gewenste waarde met de toetsen
• snelheid sluiten
Deze parameter kan worden ingesteld op een waarde tussen 25% en 100%; de in de fabriek ingestelde waarde is 70%. Deze
functie dient voor het programmeren van de snelheid die de motor gedurende een sluitmanoeuvre dient te hebben. Belangrijk
– Wanneer deze parameter wordt gewijzigd zal de besturingseenheid gedurende de daarna volgende manoeuvres de waarden
6 – SPIN
en
en druk vervolgens op de toets "OK".
en
en druk vervolgens op de toets "OK".
en
en druk vervolgens op de toets "OK".
en
en druk vervolgens op de toets "OK".
en
en druk vervolgens op de toets "OK".
en
en druk vervolgens op de toets "OK".
en
en druk vervolgens op de toets "OK".