3.2 Circulatiepomp
Beschikbare opvoerhoogte met de ingebouwde
circulatiepomp :
Fig. 3
Wij raden U aan de circulatiepomp steeds op
instelling 1 te laten staan !
3.3 Algemene informatie
Dit toestel aan de hand van de volgende richtlijnen
zorgvuldig installeren.
Type afvoer : C 12 / C 32 / C 42 / C 52.
De ketels op aardgas dragen het HR+ keurmerk.
De toestellen zijn gekeurd op basis van de lastenkohieren
CE en worden vanuit de fabriek geregeld en verzegeld
overeenkomstig categorie I
gas).
Kencijfer
Gasfamilie
23
aardgas G 20 en G 25
31
propaan G 30
(aardgas) of I
(vloeibaar
2E+
3+
3.2 Circulateur
Hauteur manométrique disponible avec le circulateur
incorporé :
A =
curve voor instelling 1
B =
curve voor instelling 2
C =
curve voor instelling 3
H =
beschikbare opvoerhoogte
Q =
waterdebiet
A =
courbe pour réglage 1
B =
courbe pour réglage 2
C =
courbe pour réglage 3
H =
hauteur manométrique disponible
Q
débit d'eau
Nous vous conseillons de toujours laisser le
circulateur en position de réglage 1 !
3.3 Information générale
Cet appareil doit être installé soigneusement suivant les
prescriptions ci-après.
Type d'évacuation : C 12 / C 32 / C 42 / C 52.
Les chaudières au gaz naturel sont agréées HR+.
Les appareils sont agréés sur base des cahiers de charge
CE et sont réglés et plombés en usine, conformément à la
catégorie I
(gaz naturel) ou I
2E+
Immatriculation
Famille de gaz
23
gaz naturel G 20 et G 25
31
propane G 30
(gaz liquide).
3+
5