Tabel
Wanneer u twijfelt over de goede werking van uw inductiekookplaat betekent dit niet
automatisch dat deze defect is. Controleer in elk geval de volgende punten:
U constateert het volgende:
Het display licht op.
Slechts één zijde werkt.
De zekering in de meterkast is
defect.
Continue piep.
Bij het eerste gebruik komt er een
vreemde geur van de kookplaat af.
De kookplaat werkt niet en de
displays op het bedieningspaneel
blijven uit.
De kookplaat werkt niet en er
verschijnt een code F1, F2, F3 of F4.
De kookplaat werkt niet, de
informatie
of
wordt
weergegeven.
De kookplaat schakelt uit tijdens het
gebruik, er verschijnen 4 liggende
streepjes.
Een serie kleine
of F0 wordt
weergegeven.
Foutcode F0
Na het inschakelen van een
kookzone blijft het display van het
bedieningspaneel knipperen.
Foutcode F5 of F6
De pannen maken lawaai tijdens het
koken.
Uw kookplaat maakt een tikkend
geluid tijdens het koken.
De ventilator blijft enkele minuten
doorwerken na uitschakeling van de
kookplaat.
Mogelijke oorzaken:
Normale werking.
Verkeerde aansluiting van de
kookplaat.
Nieuw apparaat.
Het apparaat krijgt geen stroom.
Defecte voeding of foute
aansluiting.
De elektronische schakeling werkt
slecht.
De kookplaat is vergrendeld.
Er is iets overgekookt of er ligt een
voorwerp op het bedieningspaneel.
De elektronische schakelingen zijn
warm geworden.
Pan is drooggekookt of te heet
geworden.
De pan die u gebruikt is niet
geschikt voor inductiekoken of heeft
een diameter van minder dan 12 cm
(10 cm op kookzone van 16 cm).
Toestel oververhit door
onvoldoende ventilatie.
Normaal voor sommige soorten
pannen. Dit wordt veroorzaakt door
de energie die van de kookplaat
naar de pan gaat.
Afkoeling van de elektronica.
Normale werking.
Oplossingen
Niets, de weergave verdwijnt na 30
seconden.
Controleer de elektrische
aansluiting. Zie elektrische
aansluiting (pag. 23).
Verwarm een pan vol water een half
uur lang op elke zone
Controleer de zekeringen en de
elektrische hoofdschakelaar.
Neem contact op met de
Servicedienst.
Zie hoofdstuk gebruik
kinderbeveiliging.
Reinig de kookplaat of verwijder het
voorwerp en ga verder met koken.
Zie hoofdstuk inbouw.
Laat toestel afkoelen of kook op
lagere stand verder.
Zie hoofdstuk pannen voor
inductiekoken.
Controleer inbouwsituatie of neem
contact op met Servicedienst.
Niets. Er is geen gevaar, noch voor
uw kookplaat noch voor uw pan.
Niets.