Binnenruimte opwarmen
Om het "nieuwe" luchtje van de oven te verwijderen, warmt u de
%
lege, gesloten binnenruimte op. Stel de verwarmingsmethode
boven- en onderwarmte en 240 °C in.
Let erop dat zich geen verpakkingsresten, bijv. stukjes
piepschuim, meer in de oven bevinden.
‡
De toets
indrukken.
1.
:
Het symbool
voor de verwarmingsmethode 3D-hetelucht
Î
en 160 °C verschijnen als voorstel op het display. Het
draaisymbool
staat rechts naast de
verwarmingsmethode.
%
2.
Met de draaiknop de verwarmingsmethode wijzigen in boven-
en onderwarmte.
Kookplaat instellen
In dit hoofdstuk leest u hoe u de kookzones kunt instellen. In de
tabel vindt u kookstanden en bereidingstijden voor
verschillende gerechten.
Zo stelt u in
Met de kookzoneknoppen stelt u het verwarmingsvermogen
van de afzonderlijke kookzones in.
Stand 0 = uit
Stand 1 = laagste stand
Stand 9 = hoogste stand.
Wanneer u een kookzone inschakelt, brandt het
indicatielampje.
Grote kookzone met twee ringen en
braadzone
Bij deze kookzones kunt u de grootte veranderen.
Extra inschakelen van het grote vlak
Kookzoneknop tot de stand 9 draaien - hier voelt u een lichte
weerstand - en verder tot het symbool
Smelten
Chocolade, couverture, gelatine,
boter
Opwarmen en warmhouden
Eenpansgerecht (bijv. linzenschotel)
Melk**
Gaarstoven, zachtjes laten koken
Knoedels, knödels
Vis
Witte sauzen, bijv. bechamelsaus
Koken, stomen, stoven
Rijst (met dubbele hoeveelheid water)
In de schil gekookte aardappels
Gekookte aardappels
Deegwaren, pasta
Eenpansgerecht, soepen
Groente
Groente, diepvries
Garen in de snelkookpan
* Doorkoken zonder deksel
** Zonder deksel
10
‚
De toets
indrukken.
3.
Î
Het draaisymbool
gaat over in de temperatuurindicatie.
Met de draaiknop de temperatuur veranderen in 240 °C.
4.
†
5.
De toets
kort indrukken.
De oven start. De toets
6.
Na 60 minuten de oven met de toets
De balken van de temperatuurregeling geven de restwarmte in
de binnenruimte aan.
Toebehoren reinigen
Reinig de toebehoren voor het eerste gebruik grondig met
warm zeepsop en een zacht schoonmaakdoekje.
ð
æ
= grote kookzone met twee ringen of
= braadzone
Vervolgens direct naar de gewenste kookstand terugdraaien.
Terugschakelen naar het kleine vlak
Kookzoneknop op 0 draaien en opnieuw instellen.
Op de kleine kookzone met twee ringen kunt u bijzonder goed
kleine hoeveelheden opwarmen.
Attentie!
Nooit verder dan het symbool
Kooktabel
In de volgende tabel vindt u enkele voorbeelden.
De bereidingstijden en kookstanden zijn afhankelijk van de
aard, het gewicht en de kwaliteit van de gerechten. Daarom zijn
afwijkingen mogelijk.
Bij het opwarmen van dikvloeibare gerechten regelmatig
roeren.
Gebruik voor het aan de kook brengen kookstand 9.
Doorkookstand
1
1-2
1-2
1-2
4*
3*
1
3
3-4
3-4
5*
3-4
3-4
3-4
3-4
†
is verlicht.
‡
uitschakelen.
ð
æ
of
op 0 draaien.
Doorkookduur in
minuten
-
-
-
-
20-30 min.
10-15 min.
3-6 min.
15-30 min.
25-30 min.
15-25 min.
6-10 min.
15-60 min.
10-20 min.
10-20 min.
-