Gebruik van uw notebook
Gebruik van energiebesparende modi
Als u een batterij gebruikt als stroombron voor de notebook, kunt u via de instellingen voor energiebeheer
ervoor zorgen dat de batterij minder snel leeg raakt. Naast de normale werkingsmodus, die u in staat stelt
specifieke apparaten uit te schakelen, heeft uw notebook drie verschillende energiebesparende modi: de
inactieve modus, de stand-by-modus en de slaapmodus.
Als de notebook werkt op de batterijstroom, schakelt hij automatisch over op de slaapmodus als de
batterijlading minder dan 7% van de capaciteit bedraagt, ongeacht de geselecteerde
energiebeheerinstelling.
Als de batterijlading minder dan 10% bedraagt, moet u de netadapter aansluiten zodat de batterij kan worden opgeladen, of moet u de notebook
uitschakelen en een volle batterij plaatsen.
Gebruik van de normale modus
Dit is de normale toestand als de notebook in gebruik is. In deze modus brandt het groene stroomlampje.
Om stroom te besparen, kunt u een specifiek apparaat (bv. het LCD-scherm of de harde schijf) uitschakelen.
Gebruik van de inactieve modus
Deze modus is gepast als u de notebook kortstondig niet gebruikt. De harde schijf en het LCD-scherm
schakelen over op een laag stroomverbruik en de processor stopt. In deze modus brandt het stroomlampje
(oranje).
Om de inactieve modus te activeren, gaat u als volgt te werk:
Druk op <Fn>+<S>. U kunt de inactieve modus ook activeren via het hulpprogramma PowerPanel.
Om terug te keren naar de normale modus, gaat u als volgt te werk:
Druk op een willekeurige toets.
n N
45