b) Andere besturingselementen van de app
In de basisconfiguratie (zie ook symbool in afbeelding 25, pos. 5) is de app bij het eerste niveau op ca. 30 % van
de maximaal mogelijke stuurwegen ingesteld. Dit komt overeen met het beginnermodus (zie ook hoofdstuk 11). De
besturingsfuncties zijn qua werking beperkt.
Als u dit symbool (afbeelding 25, pos. 5) nogmaals aanraakt, wordt de weergave aangevuld met nog een ander
weergave-element. De besturing is nu op ca. 60 % van het maximum ingesteld. Dit komt overeen met de gevorder-
den-modus. Het model reageert behendiger op de stuurbevelen.
Wanneer het symbool (afbeelding 25, pos. 5) nogmaals wordt aangeraakt, wordt de weergave aangevuld met het
derde element. Dit betekent 100 % van alle mogelijkheden. Hierdoor is er geen begrenzing ingesteld, wat overeen
komt met de professionele modus. De besturingsfuncties zijn niet beperkt. Als er opnieuw hetzelfde symbool geselec-
teerd wordt, springt de display weer terug naar het eerste niveau (30 %).
Met het symbool op afbeelding 25, pos. 8 wordt de functie "vliegroute" geactiveerd. Het linker besturingselement
blijft zichtbaar en kan voor de besturing (hoog/laag en gier) worden gebruikt. Het rechter besturingselement wordt
verborgen.
In dit vrijgemaakte gebied kunt u vliegroutes op het scherm tekenen (zie pijl in afbeelding 28, bijvoorbeeld een cirkel
tekenen). De getekende route wordt dan automatisch door het model gevlogen.
Om dit te doen, brengt u het model in een stabiele vluchtconditie en activeert u de functie van de vliegroute (symbool
in afbeelding 25, pos. 8). Teken nu een route op het display. Nadat u klaar bent met het tekenen van de route (neem
uw vinger van het display van de smartphone), zal het model onmiddellijk de getekende route vliegen.
Opgelet!
Voor het automatisch vliegen van een route heeft de quadrocopter een barrièrevrije luchtruimte in alle rich-
tingen nodig. Deze functie kan daarom alleen in zeer grote ruimtes/hallen of buitenshuis worden gebruikt.
Personen en voorwerpen moeten ten minste 10 meter van de startplaats verwijderd zijn.
Het automatisch vliegen van vliegroutes is een vast ingesteld verloop. Voorwaarde hiervoor is een stabiele
vliegconditie (zweeftoestand), dat de vlieghoogte idealiter niet hoger is dan 1,5 meter en dat de route ten
minste 10 meter verwijderd is van obstakels en mensen/dieren.
Als u dit niet doet, kan dit materiële schade aan het model of andere voorwerpen in de buurt veroorzaken,
evenals het risico van letsel voor de aanwezige personen/dieren!
Afbeelding 28
37