2.15.1 Programmeren van de geheel inschakel reeks (5 0)
De geheel inschakel reeks bepaald welke zones automatisch wel en niet (omit) meedoen als het systeem volledig wordt ingeschakeld. Om
deze reeks te programmeren, toets 5 0. De zone leds gaan uit en de zone leds van de zones die dus meedoen bij volledig inschakelen gaan
branden. De overbrugde zones branden niet. Toets de nummers van de zones die wel of niet mee moeten doen. Toets (PROG). Het
systeem geeft een acceptatie toon om aan te geven dat de nieuwe reeks is geaccepteerd. Het systeem keert automatisch terug in het
Programmeer Menu en alle zone leds zullen branden.
2.15.2 Programmeren van de gedeeltelijk inschakel reeksen (5 ?)
De gedeeltelijk inschakel reeks bepaald welke zones automatisch wel en niet (omit) meedoen als het systeem volledig wordt ingeschakeld.
Om een reeks te programmeren, toets 5 gevolgd door het reeksnummer 1, 2, 3 of 4 (om inschakelreeks 2 te programmeren toets 5 2). De
zone leds gaan uit en de zone leds van de zones die dus meedoen bij gedeeltelijk inschakelen gaan branden. De overbrugde zones branden
niet. Toets de nummers van de zones die wel of niet mee moeten doen. Toets (PROG). Het systeem geeft een acceptatie toon om aan
te geven dat de nieuwe reeks is geaccepteerd. Het systeem keert automatisch terug in het Programmeer Menu en alle zone leds zullen
branden.
2.15.3 Programmeren van de waarschuw reeks (5 5)
De waarschuw reeks bepaald welke zones automatisch wel en niet (omit) meedoen als het systeem op waarschuwen wordt gezet. Om deze
reeks te programmeren, toets 5 5. De zone leds gaan uit en de zone leds van de zones die dus meedoen bij volledig inschakelen gaan
branden. De overbrugde zones branden niet. Toets de nummers van de zones die wel of niet mee moeten doen. Toets (PROG). Het
systeem geeft een acceptatie toon om aan te geven dat de nieuwe reeks is geaccepteerd. Het systeem keert automatisch terug in het
Programmeer Menu en alle zone leds zullen branden.
Let op!!!
Voor een beschrijving hoe de waarschuw reeks ingeschakeld moet worden wordt verwezen naar de gebruikershandleiding.
2.15.4 Programmeren van de schoonmaak reeks (5 6)
De schoonmaak reeks bepaald welke zones op scherp of onscherp gaan als een systeem wordt aan/uitgezet met een schoonmakers code.
Om de schoonmaak reeks te programmeren, toets 5 6. De zone leds van de zones die actief worden bij de schoonmaak reeks zullen
branden. Toets de nummers van de zones die wel of niet mee moeten doen. Toets (PROG). Het systeem geeft een acceptatie toon om
aan te geven dat de nieuwe reeks is geaccepteerd. Het systeem keert automatisch terug in het Programmeer Menu en alle zone leds zullen
branden.
Let op!!!
1)
De vertraagde zone die de schoonmaker gebruikt moet actief zijn in de schoonmaak reeks.
2)
Voor een beschrijving van het programmeren van codes en code types zie sectie 2.16.
40