Zorg ervoor dat de 230 V AC is afgesloten voordat de deksel van de CCS wordt verwijderd.
•
Sluit de zwarte accu kabel aan op de negatieve pool van de accu en de rode accu kabel op de positieve pool van de accu. Alle
indicatie leds gaan aan. Na 10 seconden gaan de zone leds uit en zal een fouttoon (negen tonig) hoorbaar zijn.
•
Toets de gebruikerscode in (vanuit de fabriek:
•
Toets de installateurscode in (vanuit de fabriek:
24 uurs groepen uit te schakelen (brand, paniek/overval en sabotage). Alle leds gaan aan.
•
Maak een loop test zoals beschreven in sectie 2.5. Houdt er rekening mee dat sommige gevoede detectoren enkele minuten nodig
hebben om op te warmen. Pas dat werken deze detectors goed.
•
Test de interne sirene, externe sirene en flitser zoals beschreven in sectie 2.4. Het laag niveau volume van de interne sirene kan
ingesteld worden met de potmeter op de alarmprint (zie sectie 1.4.1). Als het systeem weigert te werken zoals het hoort controleer
dan de bevestiging en bekabeling.
•
Corrigeer de fouten en vervolg de test (zie sectie 1.7 bij Fouten Oplossen).
•
Plaats de deksel van de CCS met de bijgeleverde schroeven. Draai ze niet te vast aan.
•
Plaats de afdekdopjes.
•
Toets (RESET) om het programmeermenu te verlaten. Alle zone leds gaan uit.
•
De spanningsled staat nog te knipperen. Sluit de 230 V AC aan. De spanningsled zal stoppen met knipperen en continu gaan
branden. Als de fabrieksinstelling van de CCS niet voldoet (zie blz. 3 en 4), programmeer dan het systeem zoals beschreven in
sectie 2.0.
De installatie is nu afgerond en klaar voor gebruik.
Let op!!!
Als het systeem volledig wordt ingeschakeld dan zal, na de het verstrijken van de uitstaptijd, de externe flitser ongeveer 5 seconden flitsen
(deze optie kan uitgeschakeld worden, sectie 2.2.3.).
Zorg ervoor dat de 230 V AC is afgesloten voordat de deksel van de CCS wordt verwijderd.
1.6
Onderhoud van het systeem
Let op!!!
1)
De spanningsled op de alarmcentrale is een status indicatie voor het accu laadcircuit. Een continu
brandende led betekent dat alles goed is. Een knipperende voedingsled betekent dat er iets niet
goed is. Dat wil echter niet zeggen dat de 230 V AC ontbreekt. Maak gebruik van een universeel
meter om te constateren of de 230 V AC werkelijk verdwenen is.
2)
De transformator en de koelrib kunnen heet zijn. Vermijdt contact met de transformator en de
koelrib.
•
Test de interne sirene, externe sirene en flitser zoals beschreven in sectie 2.4. Maak een loop test
zoals beschreven in sectie 2.5. Alarmgeheugens kunnen bekeken worden zoals beschreven in sectie
2.14.
•
Als het nodig is om de deksel van de centrale te verwijderen, schakel dan eerst de 230 V uit.
Controleer of de spanningsled knippert en meet met een universeelmeter of de spanning ook
daadwerkelijk verdwenen is.
•
Voer de 4-cijferige installateurscode in gevolgd door (PROG) om in het programmeermenu te
komen en de 24-uurs zones uit te schakelen. Alle leds gaan aan.
•
Verwijder de afdekdopjes voorzichtig met een goed passende schroevendraaier door tegen de klok in
te draaien.
•
Verwijder de schroeven en vervolgens het deksel.
•
Indien gereed, plaats de deksel van de CCS en schroef deze vast. Draai de schroeven niet te vast aan.
•
Plaats de afdekdopjes.
). De fouttoon stopt.
) gevolgd door (PROG) om het programmeer menu te benaderen en alle
21